33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2014

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, het werkprogramma 2014 van de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie VenJ) aan1.

Ik heb aangegeven werk te maken van een veiliger samenleving ingebed in een sterke rechtsstaat. Daartoe zijn voor de periode 2012–2017 zeven kernthema’s geformuleerd: Versterking prestatie strafrechtketen, Nederland veiliger, Bestendiging en versterking rechtsstaat, Nationale Politie, het slachtoffer centraal, Immigratie en asiel en Kansspelen. De Inspectie voert, met uitzondering van kansspelen, op al deze thema’s onderzoeken uit. Voor de kansspelen is immers niet de Inspectie maar de kansspelautoriteit toezichthouder. Daarnaast verricht de Inspectie andere onderzoeken in het kader van haar wettelijke taak en gesignaleerde risico’s.

Het toezicht van de Inspectie is er op gericht om in de praktijk te toetsen of datgene wat is afgesproken daadwerkelijk ook is uitgevoerd en of het werkt. Het kan ook signalen opleveren die om aanpassing of ontwikkeling van beleid en wetgeving of beheer vragen. Het toezicht is gericht op een continue verbetering van de kwaliteit van de taakuitvoering en het vertrouwen van burgers in het functioneren van organisaties en instellingen binnen het domein veiligheid en justitie.

Het werkprogramma 2014 is flexibel van opzet. Incidenten en veranderende omstandigheden kunnen leiden tot aanpassing. Daarmee kan de scope van voorgenomen onderzoeken verschuiven. Indien daar aanleiding toe is, wordt u daar tijdig over geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven