33 750 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2014

Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2013

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Ministeriële Raad van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) van 5-6 december 2013 te Kiev.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Verslag van de Ministeriële Raad van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) d.d. 5-6 december 2013 te Kiev

In dit verslag wordt ingegaan op het verloop en de uitkomsten van de Ministeriële Raad van de OVSE op 5-6 december 2013 te Kiev. Per brief d.d. 14 november 2013 (Kamerstuk 33 750 V, nr. 14) heeft het kabinet u reeds geïnformeerd over de Nederlandse inzet. Een Algemeen Overleg met uw Kamer over deze bijeenkomst vond plaats op 20 november 2013.

Verloop van de Ministeriële Raad

Kort na de Top van het Oostelijk Partnerschap in Vilnius en tegen de achtergrond van een onrustig Kiev heeft een relatief succesvolle bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de 57 deelnemende staten van de OVSE plaatsgevonden.

Waar de verwachtingen vooraf niet hooggespannen waren, is dit relatieve succes onder meer te danken aan het gebalanceerde doch weinig ambitieuze pakket aan ontwerpbesluiten en -verklaringen dat door het Oekraïense voorzitterschap op tafel was gelegd. De overige deelnemende staten hebben zich daarbij gehouden aan een stilzwijgende afspraak om geen eigen ontwerpteksten in te brengen. De kritische maar constructieve opstelling van de EU-landen, betrokkenheid van de VS en een overwegend meegaande houding van de Russische Federatie richting het voorzitterschap hebben bijgedragen aan de bereikte resultaten.

Evenals voorgaande jaren hebben de «bevroren conflicten» een negatieve uitwerking gehad op de sfeer en onderhandelingen gecompliceerd of zelfs doen stranden. Zo bleek net als in de afgelopen elf jaar een politieke verklaring à 57, met daarin een centrale plaats voor de drie bevroren conflicten wederom niet haalbaar. Als alternatief werd slechts een ministeriële statement afgegeven over de werkzaamheden in de «5+2 onderhandelingen» (Transnistrië) en inzake het Minsk proces (Nagorno-Karabach).

Nederlandse interventie

Nederland heeft zowel tijdens als en marge van de Ministeriële Raad veel aandacht geschonken aan de gebeurtenissen in Kiev. In zijn gesprekken met leden van de oppositie en de Oekraïense premier Azarov heeft Minister Timmermans o.a. aandacht gevraagd voor de bescherming en veiligheid van journalisten en mediavrijheid in bredere zin. Waar dit onderwerp tevens onderdeel uitmaakte van de onderhandelingen tussen de 57 OVSE-landen, werd in de dagen voorafgaand aan de Ministeriële Raad in de stad een groot aantal journalisten slachtoffer van het gewelddadige optreden van de Oekraïense oproerpolitie.

Dat het probleem rond mediavrijheid, zowel offline als online, breder speelt in OVSE-kader bleek eveneens tijdens het gesprek dat Minister Timmermans en marge van de ministeriële voerde met de OVSE Vertegenwoordiger voor de Mediavrijheid en verschillende journalisten, bloggers en andere online media experts en activisten uit o.a. Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Turkije, Kazachstan, Rusland, Bosnië-Herzegovina en Oekraïne. Zij gaven praktijkvoorbeelden van de zorgelijke trend dat media- en internetvrijheid onder druk staan in hun landen, waarbij journalisten niet zelden vijandig worden behandeld en onderworpen zijn aan censuur, lastercampagnes en andere bedreigingen.

In de Nederlandse interventie stond het thema internetvrijheid centraal waarbij een verband werd gelegd met genoemde gesprekken. Hierbij werd gewezen op het spanningsveld tussen internet als podium voor vrije meningsuiting enerzijds en als instrument in handen van overheden om deze vrijheid aan banden te leggen anderzijds. Minister Timmermans riep de OVSE-landen op een goede balans te vinden tussen internetveiligheid en internetvrijheid en onderstreepte daarbij de speciale rol van journalisten en burgerjournalisten in democratisering en respect voor mensenrechten.

Helsinki+40

De OVSE landen herbevestigen hun commitment aan het «Helsinki+40» proces. Hoewel nog geen sprake is van overeenstemming over een concrete richting en prioriteiten in dit meerjarige herijkingsproces, geldt deze herbevestiging als een steun in de rug voor Zwitserland en Servië, die in respectievelijk 2014 en 2015 het OVSE voorzitterschap zullen bekleden.

Partnerlanden

Een Ministeriële verklaring inzake OVSE-betrokkenheid bij partnerland Afghanistan post-2014 werd lange tijd haalbaar geacht. De onderhandelingen hierover strandden echter te elfder ure op onenigheid tussen de Centraal-Aziatische OVSE-landen over verwijzingen naar diverse OVSE-instellingen in hun landen die hierin een rol spelen. Momenteel wordt bezien of deze verklaring alsnog op Ministerieel niveau geaccordeerd kan worden.

Over de partnerschapsaanvraag van Libië heeft de Ministeriële Raad zich uiteindelijk niet gebogen. Behandeling hiervan is vooralsnog uitgesteld naar 2014.

Transnationale dreigingen

In een overkoepelend Ministerieel besluit over de voortgang rond de aanpak van transnationale dreigingen bekrachtigden de OVSE-landen een eerste pakket aan vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen op het terrein van digitale veiligheid (cyber security). Hierover was kort voor de Ministeriële Raad na twee jaar onderhandelen overeenstemming bereikt. Zoals ook aan de orde kwam tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer vormen deze elf afspraken de basis voor informatie-uitwisseling, samenwerking en transparantie. De gemaakte crisisbeheersingsafspraken tussen de 57 landen vormen een belangrijke stap op strategisch niveau, bieden tegelijkertijd ruimte voor flexibiliteit en vormen een opmaat om dergelijke maatregelen ook binnen de VN, EU en NAVO nader uit te werken.

Op het dwarsdoorsnijdende terrein van mensenhandel werd Ministeriële goedkeuring gegeven aan de actualisering van het OVSE-actieplan terzake. Bestrijding van bestaande alsook nieuwe vormen van mensenhandel vormen vanaf nu onderdeel van het OVSE-acquis. Het kabinet heeft dit besluit volmondig gesteund.

Politiek-militaire veiligheidsdimensie

In tegenstelling tot vorig jaar kon de Ministeriële Raad dit jaar wel overeenstemming bereiken op het politiek-militaire werkterrein van de OVSE. Ten eerste werd een besluit aangenomen ter versterking van de informatie-uitwisseling en samenwerking rond het verminderen van het aantal kleine en lichte wapens en conventionele wapenvoorraden. Daarnaast is een verklaring aangenomen waarin de OVSE-beginselen rond non-proliferatie van nucleaire, chemische en biologische wapens alsook rakettechnologie worden geactualiseerd.

Tegenover deze positieve ontwikkeling bevindt het conventionele wapenbeheersingsmechanisme en de ontwikkeling van daarmee samenhangende vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen zich nog altijd in een fase van stilstand. Kenmerkend hiervoor is het uitblijven van consensus over het werkprogramma van het Forum for Security Cooperation. Deze onderhandelingen liepen uiteindelijk stuk op een kernparagraaf over de modernisering van het Weens Document.

Economische en ecologische veiligheidsdimensie

Alle 57 deelnemende staten konden instemmen met een aantal richtlijnen op het terrein van dialoog en samenwerking rond energieverduurzaming. Conform de Nederlandse inzet wordt hierin de complementariteit met meer gespecialiseerde internationale organisaties benadrukt. Het tweede besluit op het economische en ecologische werkterrein van de OVSE betrof de bescherming van energienetwerken tegen door de mens en natuur veroorzaakte rampen. Consensus hierover kwam moeizaam tot stand en heeft ertoe geleid dat nucleaire, olie- en gasinstallaties buiten het bereik van dit besluit zijn gebleven.

Menselijke veiligheidsdimensie

In tegenstelling tot de afgelopen twee jaar kon in Kiev wel overeenstemming worden bereikt over besluiten op het terrein van mensenrechten.

Consensus is bereikt over een besluit over de vrijheid van levensbeschouwing (gedachtevorming, geweten, religie en levensovertuiging). Het besluit heeft tot doel tolerantie en respect tussen gelovigen onderling en met niet-gelovigen te bevorderen. In lijn met de kabinetsinzet komt het individuele recht op levensovertuiging, het recht om niet een bepaalde religie te praktiseren of van religie te veranderen hierin volledig tot uitdrukking. Ook wordt de collectieve dimensie en het verband met andere fundamentele vrijheden, waaronder non-discriminatie, geborgd.

De Ministers namen tevens een aantal richtlijnen aan ter verbetering van de positie van Roma en Sinti, met speciale aandacht voor vrouwen en kinderen.

Tot teleurstelling van het kabinet werd geen consensus bereikt over een kwalitatief goed conceptbesluit ter bescherming van journalisten. De onderhandelingen hierover strandden uiteindelijk op een principieel verschil van inzicht over de definitie van journalisten en de mate van bescherming die zij zouden mogen genieten. Evenmin kon een besluit over vrij verkeer van personen en grensoverschrijdende contacten niet rekenen op consensus. Contentieuze passages over de bevroren conflicten in het OVSE-gebied deden de onderhandelingen hierover stranden.

Vooruitblik

Het relatief grote aantal van drie verklaringen, negen besluiten en twee statements die in Kiev genomen of bekrachtigd werden, laat onverlet dat de bestaande verschillen van inzicht ten aanzien van de interpretatie, uitvoering en versterking van het OVSE-acquis ook in Kiev zichtbaar bleven.

Het ligt in de lijn der verwachting dat de tegenstellingen tussen de deelnemende staten van de OVSE ook het komende jaar een wissel zullen blijven trekken op het functioneren van de Organisatie. De wijze waarop Zwitserland zijn komende voorzitterschap voorbereid heeft, en daarbij zeer nauw optrekt met Servië, geeft echter reden tot enig optimisme.

Met behulp van een ambitieuze routekaart trachten beide landen richting te geven aan het «Helsinki+40» proces, dat een hernieuwd politiek elan binnen de OVSE moet genereren en een beleidsagenda voor de toekomst moet opleveren, om daarmee verdere stappen te kunnen zetten richting de beoogde veiligheidsgemeenschap.

Naar boven