33 750 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2014

L HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2014

Ter voorbereiding van de staatkundige evaluatie Caribisch Nederland, hebben de Minister van Financiën en ik op 2 september 2013 voorlichting gevraagd aan de Afdeling advisering van de Raad van State over de inhoud en opzet van de evaluatie.

De Afdeling heeft haar voorlichting2 uitgebracht op 4 februari 2014 en zend ik u, mede namens de Minister van Financiën bijgaand. Ook treft u de aanvraag tot voorlichting3 aan als bijlage bij deze brief.

De voorlichting heb ik tevens aangeboden aan de eilandcolleges waarbij ik hen in overweging heb gegeven de voorlichting ook aan te bieden aan de eilandraden.

Zoals ik uw kamer eerder informeerde wordt de voorlichting betrokken door de, tijdens de laatste CN-week tussen bestuurders van Bonaire, Sint Eustatius en mij overeengekomen, werkgroep evaluatie bij het formuleren van de evaluatieopdracht. Afgesproken is toen ook dat de evaluatieopdracht bestuurlijk zou worden bekrachtigd uiterlijk in juni aanstaande. Uiterlijk bij gelegenheid van het toezenden van de evaluatieopdracht aan uw Kamer doe ik u ook de reactie van het kabinet op deze voorlichting toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

In verband met toevoeging griffie nrs. bij de twee voetnoten

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 154529.

X Noot
3

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 154529.

Naar boven