33 750 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2014

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2014

Naar aanleiding van uw wens om in voorbereiding op het algemeen overleg van dinsdag 25 maart 2014 geïnformeerd te worden over de stand van zaken met betrekking tot de Koninkrijksconferentie die op 2 april 2014 in Aruba plaatsvindt, deel ik u het volgende mee.

Zoals bekend heeft de Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen ten tijde van de staatkundige hervormingsgesprekken in 2010 besloten dat na 2010 ten minste eenmaal per jaar een Koninkrijksconferentie wordt georganiseerd. Daarop is de eerste Koninkrijksconferentie gehouden in Den Haag in 2011 (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 50). Vanwege politieke ontwikkelingen en omstandigheden in de diverse landen zijn in de twee volgende jaren geen Koninkrijksconferenties gehouden. Op 10 juni 2013 is in Aruba een Koninkrijksconferentie in een iets ander format gehouden, aangeduid als koninkrijksberaad. Daar zijn de landen vervolgens met elkaar overeengekomen dat de eerstvolgende Koninkrijksconferentie zal plaatsvinden in Aruba op 2 april 2014.

De voorbereiding van de Koninkrijksconferentie 2014 vindt plaats door de landen gezamenlijk. In dat kader is een regiegroep samengesteld waarin de vier landen zijn vertegenwoordigd. De regiegroep is verantwoordelijk voor de inhoudelijke organisatie van de conferentie en heeft al een aantal malen vergaderd via videoconferencing. Er volgt nog een aantal vergaderingen en de ambtelijke voorbereiding wordt afgesloten op de dag voor de conferentie op 1 april. In de regiegroep komen een aantal praktische zaken aan de orde die de landen met elkaar moeten afstemmen (het opstellen van reglement van orde, het vaststellen van een draaiboek, enkele logistieke zaken e.d.).

Een van de onderwerpen die deel uitmaakt van de voorbereidingen is het opstellen van een agenda. Minister-president Eman heeft in zijn uitnodigingsbrief alle landen uitgenodigd om desgewenst agendapunten aan te melden. Van de zijde van Aruba zijn een tweetal agendapunten ingebracht. Nederland heeft conform mijn toezegging aan uw Kamer het agendapunt Kinderrechten als agendapunt aangemeld en een agendapunt economische samenwerking voorgesteld. Tijdens iedere bijeenkomst van de regiegroep wordt aan de hand van notities, opgesteld door het «trekkende» land de laatste stand van zaken van de concept-agenda besproken. Dit is dus een continu proces waarover ook interdepartementaal afstemming plaatsvindt. Ik kan dus ook niet uitsluiten dat de agenda voor 2 april nog wijzigingen ondergaat die ik ten behoeve van het bepalen van de Nederlandse inzet interdepartementaal zal afstemmen.

Zoals gesteld heeft Nederland gevraagd de onderwerpen kinderrechten en economische samenwerking te agenderen.

Met name het onderwerp Kinderrechten heeft mede naar aanleiding van een UNICEF-rapport over de eilanden, dat in mei 2013 is uitgebracht (Kamerstuk 31 839, nr. 294), ook uw bijzondere aandacht. Ik heb daarover van gedachten gewisseld in het onderhoud dat ik eerder dit jaar had met de Minister-President van Curaçao, de heer Asjes. Dit heeft er mede toe geleid dat Curaçao Aruba verzocht heeft dezelfde twee onderwerpen te agenderen. Afgesproken met Curaçao is dat zij het voortouw neemt van het onderwerp kinderrechten en Nederland een «trekkersrol» in de conferentie zal vervullen voor het onderwerp economische samenwerking.

Door Aruba is voorts een agenda punt Cohesie in het Koninkrijk voorgesteld en een agendapunt dat als motto heeft «Kleine landen, grote uitdagingen». Aruba wenst met het agendapunt Cohesie stil te staan bij een belangrijke dimensie van het Koninkrijk, te weten die van verbondenheid en de daarmee gepaard identificatie; de mogelijkheid om zich als burger of als groep van burgers te identificeren met het Koninkrijk.

Het andere agendapunt «Kleine landen, grote uitdagingen» gaat in op de bijzondere problematiek van eilanden die door de Verenigde Naties gecatalogiseerd worden als Small Island developing States (SIDS). De problematiek betreft kenmerken die een duurzame ontwikkeling belemmeren en een extreme kwetsbaarheid met zich brengen.

Zoals u weet, zijn tijdens de KRC 2011 4 werkgroepen ingesteld. Nadat aanvankelijk de werkgroepen traag op gang kwamen is via video-conferencing regelmatig vergaderd. Voor de Koninkrijksconferentie 2014 zullen de rapportages van de vier werkgroepen die bij de Koninkrijksconferentie van 2011 die op instigatie van de landen zijn ingesteld ter sprake komen. De vier werkgroepen zijn de volgende:

  • De werkgroep samenwerking;

  • De werkgroep die zich buigt over praktische knelpunten en verschillen in interpretaties van onder meer het Statuut;

  • De werkgroep Geschillenregeling;

  • De werkgroep Interlandelijk personen- en goederenverkeer.

Na de conferentie zullen de conclusies van de conferentie worden ondertekend door de voorzitter en de delegatieleiders.

Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd en zal tijdens het algemeen overleg zo nodig een nadere toelichting geven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven