33 750 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2014

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2013

Op 6 september 20131 heb ik u per brief geïnformeerd over het besluitvormingsproces betreffende het project Zwolle – Herfte. Met dezelfde brief heb ik een zestal Kamervragen van de leden Dik-Faber (ChristenUnie), De Boer (VVD) en De Rouwe (CDA) beantwoord.

Besluitvormingsproces

Zowel in mijn bovengenoemde brief als in de antwoorden op de Kamervragen heb ik aangegeven dat ProRail deze zomer de eerste uitkomsten van de Alternatievenstudie ZwolleSpoort verder zou verdiepen en verbreden. Ik heb eveneens aangegeven aansluitend in het najaar te streven naar een gezamenlijke besluitvorming met de regionale bestuurders en de sector. Deze besluitvorming betreft het vaststellen van een voorkeursvariant.

De verdieping en verbreding van het onderzoek is inmiddels aanzienlijk voortgeschreden. Gegeven de omvang van het werk is echter nog tot eind november nodig om voor alle alternatieven en scenario’s over voldoende beslisinformatie te beschikken. In overleg met zowel de regionale bestuurders als de sector heb ik daarom de besluitvorming over een voorkeursvariant niet zoals oorspronkelijk beoogd in het BO MIRT Noord Nederland van 7 november maar in een extra Bestuurlijke Overleg nog voor de kerst te laten plaatsvinden. De uitkomsten van dit BO inclusief de eindrapportage Alternatievenstudie ZwolleSpoort zal ik u zo spoedig mogelijk na dit BO doen toekomen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 3185

Naar boven