33 740 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke stage door een facultatief programmaonderdeel, het invoeren van de vakbenaming Latijnse en Griekse taal en cultuur en het schrappen van het verplichte vak algemene natuurwetenschappen uit het gemeenschappelijk deel van de vwo-profielen

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 16 september 2013, aangeboden aan de Koning door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 juli 2013, nr. 13.001535, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 31 juli 2013, nr. W05.13.0227/I, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het wetsvoorstel een aantal wijzigingen van vooral technische aard op te nemen. Het gaat om de volgende wijzigingen:

  • 1. In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 10f, lid 3a, van de Wet op het voortgezet onderwijs «leerjaar» vervangen door: schooljaar. Met de Wet van 28 juni 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en vakanties (Stb. 2012, 339) is per abuis «schooljaar» vervangen door «leerjaar». Het praktijkonderwijs kent echter geen leerjaren, maar alleen schooljaren. Met de wijziging van artikel 10f, lid 3a, wordt «schooljaar» weer teruggezet in dit lid.

  • 2. In artikel III wordt artikel 22, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de expertisecentra aangepast. Toegevoegd wordt een derde onderdeel luidende: 3°. indien het uitstroomprofiel vervolgonderwijs wordt verzorgd, de invulling van de maatschappelijke stage, bedoeld in artikel 6f van de Wet op het voortgezet onderwijs,. Bij het inwerkingtredingsbesluit (Stb. 2013, 283), waarmee het inwerkingtredingsbesluit van 6 december 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (Stb. 2012, 545) wordt gewijzigd, is van inwerkingtreding een aantal artikelen uitgezonderd. Dit betreft ook artikel VIII, eerste lid, onderdeel D, voor wat betreft het eerste lid, onderdeel c, sub 3. Dit onderdeel 3 wordt met onderhavige wijziging van de Wet op de expertisecentra toegevoegd aan artikel 22, eerste lid, onderdeel c, van deze wet.

  • 3. In artikel IV wordt de wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs (Stb. 2012, 533) gewijzigd. Onderdeel A betreft een puur technische correctie van de wijzigingsopdracht in artikel I, onderdeel HH uit de Wet passend onderwijs. In de te vervangen tekst van artikel 125 van de Wet op het primair onderwijs waren in die wijzigingsopdracht abusievelijk de woorden «het verband» aangehaald terwijl dat had dienen te zijn: «het samenwerkingsverband». Met de thans voorgestelde wijzigingsopdracht wordt deze vergissing hersteld. In onderdeel B heeft het wijzigingsvoorstel tot doel het derde en vierde lid van artikel 117 van de Wet op de expertisecentra, zoals dat artikel komt te luiden met de Wet passend onderwijs, om te draaien. Dit is van belang omdat de leden op verschillende tijdstippen in werking zullen treden en de inhoud van de leden bij een omgekeerde volgorde niet aansluit op de inhoud van het huidige artikel 117 van die wet.

  • 4. In artikel V wordt geregeld dat de artikelen VII en VIII, eerste lid, onderdeel D, van de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (Stb. 2012, 545) komen te vervallen. In het inwerkingtredingsbesluit (Stb. 2013, 283), waarmee het inwerkingtredingsbesluit van 6 december 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (Stb. 2012, 545) wordt gewijzigd, zijn o.a. de artikelen VII en VIII, eerste lid, onderdeel D, wat betreft het eerste lid, onderdeel c, sub 3, uitgezonderd van inwerkingtreding. Artikel VIII, onderdeel D, wat betreft het eerste lid, onderdeel c, sub 3, wordt opgenomen in de Wet op de expertisecentra (zie onder 2), waarmee artikel VIII, onderdeel D, kan komen te vervallen. Artikel VII regelt het overgangsrecht maatschappelijke stage voor het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Dit overgangsrecht ziet op de verplichte maatschappelijke stage. Aangezien de verplichte maatschappelijke stage niet meteen is ingevoerd voor het speciaal onderwijs, is het overgangsrecht niet meer nodig. Artikel VII kan hiermee komen te vervallen.

In de memorie van toelichting zijn bovenvermelde wijzigingen nader toegelicht.

Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven