33 726 Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten

I BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 februari 2016

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot het intrekken van de algemene tegemoetkoming (Wtcg) en de Compensatie eigen risico (Cer) in uw Kamer op 27 mei 2014 heb ik een tweetal toezeggingen gedaan. Met deze brief informeer ik u over de voortgang hiervan.

Met de eerste toezegging (nummer TO1929) heb ik toegezegd in overleg te treden met de betrokken organisaties over de werking van de landelijke fiscale regeling voor aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en het gemeentelijk maatwerk. Dit overleg heeft nog niet plaatsgevonden. De eerste reden daarvoor is dat vertraging is opgetreden bij het onderzoek dat het Ministerie van Financiën instelt naar het gebruik van de fiscale regeling. De Staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer daarover 15 september vorig jaar geïnformeerd.1 De tweede reden is, dat het nu nog aan adequaat integraal zicht ontbreekt hoe gemeenten invulling geven aan het gemeentelijk maatwerk. Dat maakt het lastig om de (landelijke) fiscale regeling en het gemeentelijk maatwerk op elkaar af te stemmen. Zodra daar meer zicht op is zal met de betrokken organisaties in overleg worden getreden. Met de tweede toezegging (nummer T01930) heb ik toegezegd om de inkomenseffecten – als € 700 miljoen i.p.v. € 268 miljoen voor extra financiële mogelijkheden naar de gemeenten zou zijn gegaan – te betrekken bij de mogelijke aanpassingen van de fiscale regeling aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. Deze aanpassingen zullen in beeld komen als het hiervoor genoemde onderzoek naar het gebruik van de fiscale regeling is afgerond en de wisselwerking met het gemeentelijk maatwerk nader in kaart is gebracht. In dat kader zal tevens aandacht worden besteed aan de inkomenseffecten van het overhevelen van budget vanuit het Rijk naar gemeenten voor maatwerk.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstukken II, 2014–2015, 34 300 IX, nr. 4

Naar boven