33 709 EU voorstel: Verordening oprichting Europees openbaar ministerie COM (2013) 5341

M BRIEF VAN DE EUROCOMMISSARIS VOOR JUSTITIE, GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Brussel, 8 augustus 2014

De Commissie dankt de Eerste Kamer voor haar brief van 3 juni 2014 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie («Europees OM») {COM (2013) 534final}.

Allereerst wil ik ingaan op de opmerkingen van de Eerste Kamer over de gezamenlijke commissiebijeenkomst over toekomstige prioriteiten op het gebied van burgerlijke vrijheden, Justitie en binnenlandse zaken die op 19 maart 2014 in het Europees parlement is gehouden.

De Commissie heeft op die bijeenkomst uiteengezet dat haar rol in het kader van de bijzondere wetgevingsprocedure betreffende het voorstel voor een Europees OM inhoudt dat zij de onderhandelingen tussen de regeringen van de lidstaten faciliteert. Zij houdt daarbij de nodige rekening met de standpunten van de nationale parlementen. Het is het exclusieve recht van elk van deze nationale parlementen om de regering van het eigen land bij de voortgang van de onderhandelingen te controleren.

Wat betreft de opmerkingen van de Eerste Kamer over de gelekaartprocedure met betrekking tot het voorstel, verwijst de Commissie naar haar antwoord van 22 juli 2014 {C(2014) 5183} op de brief van de Eerste Kamer van 24 april 2014 over hetzelfde voorstel.

Protocol nr. 2 bij de Verdragen voorziet niet in enig automatisme wat het antwoord van de Commissie op een gele kaart betreft. Als de gelekaartprocedure wordt toegepast, moet de Commissie haar voorstel opnieuw in overweging nemen en op grond van die heroverweging besluiten om het voorstel te handhaven, te wijzigen of in te trekken. Zij dient haar besluit ook te motiveren. Wat het voorstel betreffende een Europees OM betreft, heeft de Commissie de redenen van haar besluit uiteengezet in haar mededeling COM(2013) 851 final. De Commissie heeft het voorstel zeer zorgvuldig heroverwogen in het licht van de argumenten die de nationale parlementen ten aanzien van de subsidiariteit hebben aangevoerd. Naar aanleiding van deze volledige heroverweging heeft de Commissie besloten haar voorstel te handhaven en door te gaan met het wetgevingsproces.

De reactie van de Commissie op de gele kaart voor het voorstel was dus volledig in overeenstemming met de praktische regeling van 1 december 2009 voor de uitoefening van de subsidiariteitscontrole conform Protocol nr. 2 bij het Verdrag van Lissabon. De Commissie is van mening dat deze regeling nog steeds geldig is.

Wat betreft de verscheidenheid van de adviezen van de nationale parlementen over het voorstel betreffende een Europees OM zou de Commissie willen verduidelijken dat verschillen van inzicht die in de gemotiveerde adviezen van de nationale parlementen tot uiting komen, geen rol spelen ten aanzien van het inleiden van de gelekaartprocedure. Alle adviezen die binnen de termijn van acht weken van de nationale parlementen zijn ontvangen en waarin de reden wordt vermeld waarom het voorstel wordt geacht niet te stroken met het subsidiariteitsbeginsel, en die dus voldoen aan de criteria van artikel 6 van Protocol nr. 2, worden als gemotiveerd advies aanvaard en in aanmerking genomen voor de vaststelling of de drempel is bereikt. Als de drempel is bereikt, wordt de gelekaartprocedure ingeleid en moet de Commissie haar voorstel opnieuw in overweging nemen.

De Commissie bevestigt dat zij, naast gemotiveerde adviezen waarin om subsidiariteitsredenen bezwaar werd gemaakt tegen het voorstel, ook adviezen heeft ontvangen die het voorstel steunden en adviezen waarin de inhoud van het voorstel aan de orde werd gesteld, bijvoorbeeld betreffende de structuur van het voorgestelde Europese OM, zonder dat het voorstel in strijd werd geacht met het subsidiariteitsbeginsel. Dit laat zien dat de inzichten over deze aangelegenheid in de lidstaten uiteenlopen, wat ook is gebleken bij de onderhandelingen in de Raad.

De Commissie hoopt dat deze verduidelijkingen de bezorgdheid van de Eerste Kamer wegnemen en kijkt ernaar uit de politieke dialoog in de toekomst voort te zetten.

Lid van de Europese Commissie, Martine Reicherts


X Noot
1

Zie dossier E130041 op www.europapoort.nl

Naar boven