33 699 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht ter uitvoering van de verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PbEU 2013, L 180)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 oktober 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B wordt «Onze minister» vervangen door: Onze Minister.

B

In artikel I, onderdeel H wordt na «derde lid» een komma ingevoegd.

C

In artikel I, onderdeel K wordt na «Dublinverordening» een komma geschrapt.

D

In artikel I, onderdeel P wordt «of artiekl 62c, eerste lid» vervangen door: of artikel 62c, eerste lid.

E

Onderdeel N komt te luiden:

N

Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede «dat niet de dagen omvat die gemoeid zijn met het aan de asielaanvraag voorafgaande onderzoek naar de identiteit, vingerafdrukken en nationaliteit van de vreemdeling, naar de bij hem aangetroffen of door hem overgelegde documenten en bescheiden, dan wel naar de vraag of artikel 30, eerste lid, aanhef en onder a, kan worden toegepast» vervangen door: dat niet de dagen van de rust- en voorbereidingstermijn omvat.

2. Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

4. In afwijking van het eerste lid bedraagt de beroepstermijn één week, indien een overdrachtsbesluit is genomen op grond van artikel 62b.

F

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

In bijlage 1 bij de Algemene wet bestuursrecht komen de onderdelen a, b en c in de zinsnede met betrekking tot de Vreemdelingenwet 2000 te luiden:

a. artikel 54, tweede lid

b. een aanwijzing als bedoeld in artikel 55, eerste lid

c. een kennisgeving als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, of 62b

G

In artikel III wordt na «artikel 8, onderdeel m» en artikel 8, onderdeel f» ingevoegd: van de Vreemdelingenwet 2000.

Toelichting

Met deze nota van wijziging worden enkele verschrijvingen verbeterd en wordt een enkele technische omissie aangevuld. De nota van wijziging leidt niet tot inhoudelijke wijziging van het voorstel, behoudens de wijziging van onderdeel N (artikel 69). In dit onderdeel wordt een wijziging van de wet toegevoegd, strekkende ertoe een termijn van één week te stellen voor het instellen van beroep tegen het overdrachtsbesluit voor een Dublinclaimant die een ambtshalve overdrachtsbesluit heeft ontvangen.

De termijn van één week geldt reeds indien het overdrachtsbesluit is tevens een afwijzende asielbeschikking is die is behandeld in de algemene asielprocedure (artikel 69, tweede lid). Het is wenselijk om de beroepstermijn eveneens op een week te stellen wanneer er een ambtshalve overdrachtsbesluit wordt afgegeven, zonder dat er in Nederland een asielverzoek is gedaan. Ten principale is er geen goede grond om degenen die geen asielverzoek in Nederland hebben ingediend een langere beroepstermijn te gunnen dan degenen die wel een asielverzoek hebben ingediend in Nederland. Daarnaast is het gelet op de strikte termijnen voor inbewaringstelling die voortvloeien uit artikel 28 van de Verordening wenselijk om de procedures die worden afgerond gedurende de inbewaringstelling zo kort mogelijk te houden.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven