33 693 Evaluatie Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv)

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2021

In de medisch specialistische zorg zijn er vormen van diagnostiek of behandeling die een bijzondere status hebben. Bijvoorbeeld omdat de zorg zeer complex en kostbaar is, schaarse kennis en expertise vraagt of omdat de reguliere kwaliteitsbewaking op basis van richtlijnen en standaarden nog onvoldoende is ontwikkeld. In zulke gevallen kan ervoor worden gekozen om de zorg middels een vergunningplicht te concentreren bij een bepaald aantal zorgaanbieders. Dit kan op grond van de Wet op bijzondere medische verrichtingen (WBMV).

Het palet aan medische verrichtingen dat nu onder de werkingssfeer van de WBMV valt, is zeer divers: van bijzondere neurochirurgie tot klinisch genetische diagnostiek en erfelijkheidsadvisering en IVF. De overwegingen om deze verrichtingen wettelijk te reguleren, zijn eveneens divers en variëren van het waarborgen van de kwaliteit, doelmatigheid, toegankelijkheid of gepast gebruik tot ethisch maatschappelijke overwegingen. De WBMV stelt dat het instellen van een vergunningplicht mogelijk is als er «gewichtige belangen» zijn om dat te doen. De wet biedt daarmee ruimte voor maatwerk bij de besluitvorming over specifieke medische verrichtingen. Tegelijkertijd komt dit de eenduidigheid van de besluitvorming niet altijd ten goede en is er behoefte aan scherpere kaders voor de uitvoering van de wet. Om deze reden heb ik de Gezondheidsraad gevraagd om mij te adviseren over de inzet van de WBMV en een voorstel te ontwikkelen voor criteria en randvoorwaarden die gehanteerd kunnen worden bij beslissingen over de in- en uitstroom van medische verrichtingen.

Op 29 maart heeft de Gezondheidsraad haar advies uitgebracht, met als titel «In of uit de WBMV: Handreiking voor maatwerk». Hierbij bied ik het advies aan uw Kamer aan1. In het advies bevestigt de Gezondheidsraad allereerst de meerwaarde en functie van de WBMV in het huidige zorgstelsel, als wettelijk vangnet waar de zelfregulering nog tekort schiet. Het advies biedt daarnaast een handreiking en een aantal aanbevelingen om de uitvoeringspraktijk van de WBMV verder te structureren en te uniformeren. Deze aanbevelingen zijn richtinggevend, maar nog vrij globaal omschreven. Het vraagt dan ook nadere gedachtevorming en uitwerking voordat deze in de praktijk kunnen worden toegepast.

Gelet op de demissionaire status van het kabinet laat ik het aan mijn opvolger om de beleidsmatige uitwerking ter hand te nemen. Uw Kamer zal later dit jaar middels een kabinetsreactie worden geïnformeerd over de implementatie van de verschillende onderdelen van het advies.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven