33 692 Wijziging van de Wet op de dierproeven in verband met implementatie van richtlijn 2010/63/EU

Nr. 45 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN TER VERVANGING VAN NR. 43

Ontvangen 22 november 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, onderdeel T, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

4. Na het derde lid worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt aan een fokker slechts verleend indien wordt voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels omtrent de wijze waarop het fokoverschot wordt geminimaliseerd. De vergunning wordt slechts voor een periode van ten hoogste vijf jaar verleend.

  • 5. De aanvraag van een fokker om een vergunning bevat bij algemene maatregel van bestuur te bepalen informatie over de wijze waarop het fokoverschot wordt geminimaliseerd.

  • 6. Bij de beoordeling van de aanvraag om een vergunning wordt het handelen van de fokker aangaande de wijze waarop het fokoverschot in de voorgaande periode werd geminimaliseerd betrokken op bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze.

Toelichting

Instellingen die dierproeven doen hebben zowel een instellingsvergunning nodig als een projectvergunning. Instellingen die proefdieren fokken hebben slechts een instellingsvergunning nodig. Een instellingsvergunning is onbeperkt geldig. Daarmee is de vergunningplicht tussen fokkers en instellingen die dierproeven doen ongelijksoortig. Dit amendement trekt dit recht door voor fokkers de instellingsvergunning tijdelijk te maken voor een periode van maximaal vijf jaar. Hierdoor blijft het mogelijk om ook op fokkers grip te houden en om deze periodiek te beoordelen op in de Wet genoemde aspecten van dierenwelzijn en het minimaliseren van fokoverschot. Ook regelt dit amendement dat bij de instellingsvergunningaanvraag informatie wordt gegeven over dierenwelzijn en het minimaliseren van het fokoverschot. Bij het beoordelen van een nieuwe aanvraag wordt bovendien gekeken naar het handelen van de fokker aangaande de wijze waarop het fokoverschot werd geminimaliseerd in de voorgaande periode. De wijze waarop de aanvraag ingediend en beoordeeld wordt, wordt op deze punten nader geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

Van Gerven

Naar boven