33 686 Wijziging van de Wet milieubeheer (tarieven Commissie voor de milieueffectrapportage)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 24 september 2013

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van tarieven voor de adviezen van de Commissie voor de milieueffectrapportage. De leden van deze fractie hebben nog een paar vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben geen behoefte om inbreng te leveren met betrekking tot de wijziging van de Wet milieubeheer.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben op dit moment geen behoefte tot het stellen van vragen.

De leden van de SP-fractie hebben met enige zorg kennisgenomen van het wijzigingsvoorstel. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft een wettelijke taak te vervullen. De waarde van die taak is afgelopen jaren op verschillende momenten als zeer waardevol beoordeeld, zoals onder andere door de commissie Elverding. Besluiten worden sneller en beter genomen na advies van de Commissie voor de m.e.r. Met de advisering gaat de kwaliteit van besluitvorming omhoog en worden bestuurlijke blunders voorkomen. De leden van de SP-fractie zijn van mening dat deze zaken op juiste waarde moeten worden geschat. Voorliggend wetsvoorstel wekt op zijn minst de schijn dat dit niet zo is. Vandaar de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer. Zij hebben geen nadere vragen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de wet milieubeheer en willen de regering graag nog enkele vragen voorleggen.

Inleiding

De leden van de SP-fractie zijn er allerminst gerust op dat de waardevolle bijdrage van de Commissie voor de m.e.r. met onderhavig wijzigingsvoorstel geborgd blijft. Dat moet anders en beter kunnen. Hoe staat de regering tegenover het idee van de leden van de SP-fractie om op een andere wijze de Commissie voor de m.e.r. te financieren waarbij het Rijk garant staat voor een basisfinanciering en tegelijkertijd bevoegde gezagen en initiatiefnemers een bepaalde vergoeding wordt gevraagd vergelijkbaar met leges? Dan zijn de vaste kosten gezekerd via de vergoeding en kunnen deze vaste maar ook variabele kosten terugverdiend worden.

Doorberekenen kosten Commissie voor de m.e.r.

De leden van de VVD-fractie vragen of vrijwillige adviezen ook door initiatiefnemers worden aangevraagd en of de overheid ze dan ook bekostigt in het huidige systeem. Zo ja, waarom draagt de overheid deze kosten terwijl deze adviezen niet verplicht zijn? Ook vragen de leden van de VVD-fractie of kosten voor eventuele vrijwillige adviezen die zijn aangevraagd door initiatiefnemers en niet de overheid altijd kunnen worden doorberekend aan de initiatiefnemers.

De leden van de SP-fractie constateren dat de bezuiniging op de Commissie voor de m.e.r. bij de brede heroriëntering uit 2009 al in beeld was gekomen. De Rijksbijdrage kon wel worden afgebouwd was indertijd het advies. Bevoegde gezagen en initiatiefnemers moeten maar gaan betalen voor de MER-adviezen. De leden van de SP-fractie horen graag hoe in dit systeem wordt voorkomen dat gemeenten – die door het Rijk al op vele andere fronten ernstig gekort worden en op de centen moeten passen – uit kortetermijnbelang gaan besparen op kosten van MER-adviezen door geen vrijwillige adviezen meer aan te vragen.

Onderkent de regering dat de kortetermijnkosten ten opzichte van langetermijnbaten voor gemeenten lastig af te wegen zijn, waarbij die laatste ook vaak nog van maatschappelijke aard en niet altijd in euro’s te kwantificeren zijn, zo vragen de leden van de SP-fractie. Zo nee, waarom niet en heeft de regering in de afweging dan ook stevige inkrimping van het ambtelijk apparaat bij veel gemeenten meegewogen? Zo ja, op welke wijze wordt dit ondervangen?

Deze leden van de SP-fractie vragen voorts of de regering onderkent dat met de onzekere inkomsten voor de Commissie voor de m.e.r. de kritische massa voor het vervullen van haar taken onder druk komt te staan. De leden van de SP-fractie horen graag hoe de zorgvuldige en adequate uitvoering gewaarborgd blijft.

De leden van de SP-fractie horen graag wat de regering zal doen als straks over vier jaar onvermijdelijk zal blijken dat de financiering van de Commissie voor de m.e.r. in de overgangsperiode veel te krap bemeten is om tegelijkertijd de taken te blijven uitvoeren en een buffer op te bouwen voor de toekomst. Is de regering bereid die periode te verlengen of de financiering te verhogen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe dan?

De leden van de D66-fractie constateren dat met de voorliggende wijziging van de Wet milieubeheer ook de kosten van vrijwillige adviezen zullen worden doorberekenend aan de gebruikers. De genoemde leden vrezen dat dit de vraag naar het aantal vrijwillige adviezen behoorlijk zal doen afnemen. De regering is echter van mening dat een vermindering van de hoeveelheid adviezen verwaarloosbare consequenties heeft. De genoemde leden snappen deze redenering niet, en vragen de regering deze nader toe te lichten. Daarbij merken deze leden op dat door de Crisis- en Herstelwet de mogelijkheid om beroep aan te tekenen is afgenomen. Dientengevolge zijn deze leden van mening dat het argument dat het risico op een beroepsprocedure een afschrikwekkend effect heeft zeer pover is. In het belang van de kwaliteit van de leefomgeving en het milieu vragen de genoemde leden de regering dan ook de wetswijziging op dit punt te heroverwegen, en vragen zij de regering eveneens te reageren op het voorstel dat de kosten van vrijwillige adviezen wel worden betaald door het Rijk.

Hoogte van de tarieven

De leden van de VVD-fractie vragen de regering of het klopt dat de Commissie voor de m.e.r. een kostendekkende bedrijfsvoering moet voeren en dus de tarieven maximaal kostendekkend moet laten zijn.

Vaststelling- en goedkeuringsprocedures voor de tarieven

Met betrekking tot de prijs/kwaliteitverhouding hebben de leden van de VVD-fractie de vraag in hoeverre het ministerie middels het goedkeuringsproces invloed kan uitoefenen op de inzet van deskundigheid door de Commissie voor de m.e.r. Hoe wordt beoordeeld of de Commissie voor de m.e.r. een redelijke prijs/kwaliteitverhouding hanteert?

De leden van de SP-fractie horen graag op grond van welke criteria de tarieven voor de MER-adviezen worden bepaald en waarom die tarieven in samenspraak met de adviesvragers door het Rijk worden vastgesteld.

De leden van de D66-fractie constateren dat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een van de partijen is die in de gelegenheid wordt gesteld om hun opvattingen over de hoogte van de voorgestelde tarieven kenbaar te maken. Klopt het dat het ministerie vervolgens ook verantwoordelijk is voor het verlenen van goedkeuring voor de hoogte van deze tarieven, zo vragen deze leden. Zo ja, kan de regering verduidelijken hoe zij in dit geval de dubbele rol van het ministerie beziet, zo vragen deze leden. Ook vragen de genoemde leden of de regering dan kan aangeven of zij deze dubbele rol wenselijk acht, en zo niet, wat zij dan voorstelt om dit te verbeteren.

De leden van de D66-fractie vragen de regering voorts te verduidelijken of er voor dit wetsvoorstel ook maatschappelijke organisaties zijn geconsulteerd. Zo ja, dan horen deze leden graag welke maatschappelijke organisaties. Zo nee, dan horen deze leden graag een toelichting van de regering op de vraag waarom er geen maatschappelijke organisaties zijn geconsulteerd.

De leden van de D66-fractie vragen de regering tevens te verduidelijken wat de voor- en nadelen zijn van tariefstelling door de Commissie voor de milieueffectrapportage en van andere manieren van tariefstelling, zoals tariefstelling door het ministerie.

Bestuurlijke lasten

De leden van de D66-fractie constateren dat IPO, VNG en UvW zich het recht hebben voorbehouden om het besluit om de bestuurlijke lasten niet te compenseren opnieuw aan de orde te stellen bij implementatie van de toekomstige wijziging van de Europese mer-richtlijn. Graag ontvangen de genoemde leden een verduidelijking van de regering wat dit voorbehoud concreet betekent en welke gevolgen dit kan hebben.

Verhouding met Omgevingswet

De leden van de D66-fractie vragen de regering te verduidelijken of deze wijziging van de wet milieubeheer integraal zal worden opgenomen in de Omgevingswet, of dat er eventueel nog zaken zullen worden gewijzigd.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel II

De leden van de D66-fractie zijn niet overtuigd van het nut en de noodzaak dat de voorliggende wijziging van de wet bij Koninklijk Besluit in werking zal moeten treden. Deze leden ontvangen dan ook graag een uitgebreide toelichting van de regering op dit punt.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Paulus Jansen

De adjunct-griffier van de vaste commissie, Vermeer

Naar boven