33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen van financieel-economische criminaliteit (verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STEUR

Ontvangen 5 juni 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel 71, onder 1, wordt «en 173b» vervangen door:, 173b en 328ter.

Toelichting

Dit amendement voorkomt dat verdachten van een mogelijk voor lange duur verborgen delict door het verlopen van een zesjaarstermijn vanaf een dag na het moment van het verlenen van een voordeel in de actieve variant van niet-ambtelijke omkoping onbestraft blijven. De verjaringstermijn gaat nu lopen vanaf het moment van ontdekking in plaats van vanaf het moment van het plegen van het strafbare feit. Daarbij treedt de verjaringstermijn van de passieve variant van niet-ambtelijke omkoping op grond van de jurisprudentie, in tegenstelling tot de actieve variant, in op een dag na het moment, waarop in ieder geval dienstbetrekking waarin de tegenprestatie is verleend is beëindigd («ontdekking van het verzwegene»). De indiener stelt daarom voor de verjaringstermijn voor het artikel 328ter Wetboek van Strafrecht te laten aanvangen op de dag na die waarop het misdrijf ter kennis is gekomen van een ambtenaar belast met de opsporing van strafbare feiten, zodat onder andere de aanvang van de verjaringstermijnen tussen de actieve en de passieve variant van niet-ambtelijke omkoping gelijk wordt getrokken en ten aanzien van alleen de actieve variant de verjaringstermijn van niet-ambtelijke omkoping wordt opgeschoven naar een later tijdstip. In de huidige jurisprudentie zijn immers voorbeelden bekend dat verdachten vrijuit gaan door het verloop van deze termijn van zes jaar. Het opnemen van dit voor waarschijnlijk lange duur verborgen delict in artikel 71, onder 1, Wetboek van Strafrecht, naast de artikelen 173, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (vergiftiging drinkwater) en 173b Wetboek van Strafrecht (verontreiniging bodem) die dezelfde verjaringsproblematiek delen, is dan ook te rechtvaardigen.

Een advies met deze strekking is ook opgenomen in het concept proefschrift van mr. drs. G.G. Vos getiteld «De strijd der plichten een (internationale) rechtsvergelijkende juridische analyse van het Nederlandse niet-ambtelijke omkopingsartikel» te verdedigen begin 2015 te Rotterdam (zie blz. 113).

Van der Steur

Naar boven