33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen van financieel-economische criminaliteit (verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STEUR

Ontvangen 5 juni 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

In artikel 5, eerste lid, onder 1, vervalt «177a» en wordt «en 273» vervangen door:, 273 en 328ter.

II

Het in artikel VII opgenomen onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 7, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt «en 273» vervangen door:, 273 en 328ter.

2. In onderdeel b vervalt «177a».

Toelichting

Dit amendement regelt dat de dubbele strafbaarheidseis vervalt. Hiermee wordt voorkomen dat Nederlandse verdachten wegens het ontbreken van een buitenlandse strafbepaling ontsnappen aan vervolging, terwijl zij wel schuldig zijn aan corruptie. De evaluatiecommissie (GRECO) van de Raad van Europa waarbij Nederland is aangesloten, beveelt aan de eis van de dubbele strafbaarheid te laten vervallen, aangezien het mogelijk is dat de strafbare gedraging «actieve en passieve niet-ambtelijke omkoping» in het buitenland onder een geheel ander delict valt1 of volgens indiener in het buitenland in het geheel niet strafbaar is. Het delict niet-ambtelijke omkoping is namelijk pas in 1967 in Nederland strafbaar gesteld. De eis van de dubbele strafbaarheid kan in de toekomst problemen opleveren bij de vervolging en bestraffing van Nederlanders of Nederlandse ondernemingen die in het buitenland deze feiten plegen. De internationale bestrijding van niet-ambtelijke omkoping is van essentieel belang, aangezien op deze wijze Nederlandse belangen in het buitenland worden beschermd (zie ook 33 572, nr. 6, blz. 14). De plaatsing van dit ernstige (grensoverschrijdende) fraudedelict in artikel 5, eerste lid, onder 1 Wetboek van Strafrecht naast onder andere de artikelen 237 Wetboek van Strafrecht (opzettelijk een dubbel huwelijk aangaan) en 273 Wetboek van Strafrecht (schending bedrijfsgeheimen) is derhalve ook op grond van het achterliggend doel van dit artikel te rechtvaardigen.

Een advies met deze strekking is ook opgenomen in het concept proefschrift van mr. drs. G.G. Vos getiteld «De strijd der plichten een (internationale) rechtsvergelijkende juridische analyse van het Nederlandse niet-ambtelijke omkopingsartikel» te verdedigen begin 2015 te Rotterdam (zie blz. 118).

Van der Steur


X Noot
1

Greco Eval III Rep (2007) 8e (Theme I), Third Evaluation Round, Evaluation Report on the Netherlands on «Incriminations» (ETS 173 and 191, GPC 2)», Straatsburg 13 juni 2008, p. 26.

Naar boven