Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2024
Hierbij bied ik u het rapport en de samenvatting aan van het WODC-onderzoek getiteld
«Evaluatie Wet verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit»
aan.
Dit WODC-onderzoek heeft plaatsgevonden conform de wens van uw Kamer om de Wet verruiming
mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit (die op 1 januari 2015
in werking is getreden, met uitzondering van Artikel II dat op 1 maart 2015 in werking
is getreden) te evalueren. Uw Kamer heeft daarbij verzocht de evaluatie binnen vijf
jaar na inwerkingtreding van de wet uit te voeren. Vanwege de volle onderzoeksprogrammering
van het WODC en rekening houdend met de relatief langere doorlooptijden van strafrechtelijke
onderzoeken naar financieel-economische criminaliteit is eerst in 2017/2018 door het
onderzoeksbureau APE in opdracht van het WODC een nulmeting uitgevoerd en heeft de
evaluatie door het onderzoeksbureau Regioplan in opdracht van het WODC in 2022/2023
plaatsgevonden. De nulmeting is ook als bijlage bij deze brief gevoegd.
Over de uitkomsten en opvolging van dit onderzoek zal ik met belanghebbende partijen
in overleg treden. Een inhoudelijke beleidsreactie zal naar verwachting in de loop
van dit jaar aan uw Kamer worden toegezonden. Bij de beleidsreactie zal, zoals eerder
aan uw Kamer toegezegd, de motie van het Kamerlid Van der Linde, ingediend op 3 december
2019, worden betrokken (Kamerstuk 31 477, nr. 45). In die motie wordt de regering verzocht met wetsvoorstellen te komen om de straffen
voor (het meewerken aan of faciliteren van) witwassen te verhogen.
De inzet op witwassen raakt aan de beleidsagenda aanpak witwassen en de komende NRA
witwassen (National Risk Assessment witwassen). Deze zullen, waar relevant, worden
meegenomen in de beleidsreactie op het rapport.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius