33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen van financieel-economische criminaliteit (verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit)

Nr. 15 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 juni 2014

Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel K worden aan artikel 328ter twee leden toegevoegd, luidende:

4. Met gelijke straf wordt gestraft hij die in het vooruitzicht van zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber, indien de dienstbetrekking of het optreden als lasthebber is gevolgd, een feit begaat als in het eerste lid omschreven alsmede hij die dit feit begaat na zijn dienstbetrekking of optreden als lasthebber.

5. Met gelijke straf wordt gestraft hij die een feit als in het tweede lid omschreven begaat jegens een persoon in het vooruitzicht van een dienstbetrekking of het optreden als lasthebber, indien deze dienstbetrekking of dit optreden als lasthebber is gevolgd alsmede hij die dit feit begaat jegens een persoon na diens dienstbetrekking of optreden als lasthebber.

Toelichting

Tijdens het wetgevingsoverleg gehouden op 16 juni 2014 heb ik toegezegd het onderdeel uit het amendement van het lid Van der Steur op stuk nummer 7 dat ziet op uitbreiding van de strafbaarstelling van omkoping in de privé-sector (artikel 328ter Sr) tot gedragingen voorafgaand aan de dienstbetrekking of last, dan wel na beëindiging van die dienstbetrekking of last, op te zullen nemen in Artikel I, onderdeel K, van het wetsvoorstel, zoals gewijzigd door de eerste nota van wijziging. Onderhavige nota van wijziging strekt hiertoe. Verduidelijkt zij nog dat voor strafbaarheid ter zake van de in het vierde of vijfde lid bedoelde gedragingen vereist is dat het handelen of nalaten in strijd met de plicht heeft plaatsgevonden in de toekomstige of voormalige dienstbetrekking of bij de uitvoering van de toekomstige of voormalige last in verband waarmee het voordeel is aangenomen of aangeboden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven