33 680 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase in het sociaal leenstelsel, het verlengen van de terugbetalingsperiode en het efficiënter maken van het stelsel van studiefinanciering (Wet sociaal leenstelsel masterfase)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 13 november 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel AC, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door: worden twee artikelen.

2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 6.2b. Kwijtschelding studieschuld bij bijzondere omstandigheden

  • 1. Aan de debiteur kan een bij ministeriële regeling te bepalen deel van de lening en de daarmee samenhangende rente worden kwijtgescholden, indien de debiteur met goed gevolg een bacheloropleiding, een masteropleiding of een ongedeelde opleiding heeft afgerond.

  • 2. Voorwaarde voor de kwijtschelding is dat de debiteur als direct gevolg van bijzondere omstandigheden van structurele dan wel tijdelijke aard niet in staat is geweest de desbetreffende opleiding met goed gevolg af te ronden binnen het aantal jaren waarop de studielast van de opleiding gebaseerd is. Artikel 5.16, tweede lid, tweede volzin, en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat aan studerenden die als direct gevolg van bijzondere omstandigheden, die zowel structureel als tijdelijk van aard kunnen zijn, niet in staat zijn geweest hun opleiding af te ronden binnen het aantal jaren waarop de studielast van de opleiding is gebaseerd, een bij ministeriële regeling te bepalen deel van de studieschuld kan worden kwijtgescholden.

Dit amendement voorziet aldus in een tegemoetkoming aan studenten die door overmacht langer over hun opleiding doen, veroorzaakt door bijzondere omstandigheden van structurele aard, waaronder blijkens artikel 5.16, tweede lid, tweede volzin, in ieder geval een functiebeperking of chronische ziekte worden verstaan, dan wel door bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard, waaronder bijvoorbeeld het overlijden van een ouder wordt verstaan.

Deze groep studenten zou zonder tegemoetkoming buiten hun schuld om een hogere schuld opbouwen. Deze ongelijkheid wordt met dit amendement weggenomen, door (gedeeltelijke) kwijtschelding van de studieschuld mogelijk te maken.

Jasper van Dijk

Naar boven