33 669 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof)

M VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 september 2019

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bespraken tijdens de commissievergadering op 25 juni 2019 de evaluatie van de programmatische aanpak stikstof (PAS).

Naar aanleiding hiervan is op 3 juli 2019 een brief gestuurd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De Minister heeft op 16 augustus 2019 gereageerd.

De commissie1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Den Haag, 3 juli 2019

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) bespraken tijdens de commissievergadering op 25 juni 2019 de evaluatie van de programmatische aanpak stikstof (PAS). Op 9 september 2014 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken uiteengezet in welk kader de PAS wordt geëvalueerd. Middels een toezegging2 is destijds geregeld dat bij de evaluatie specifiek aandacht zou worden besteed aan de vergunningverlening en de efficiency daarvan. De leden van de GroenLinks-fractie hebben hierover nog een verzoek. De leden van de fracties van Forum voor Democratie, D66, SP, ChristenUnie en Partij voor de Dieren sluiten zich bij dit verzoek aan.

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat de termijn van vijf jaar loopt tot 1 januari 2020 en dat op korte termijn aan deze toezegging zal moeten worden voldaan. Tegelijkertijd is er een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 20193, die grote gevolgen heeft voor zowel de PAS zelf als de vergunningaanvragen die ermee gemoeid zijn.

Vanwege het ingrijpende karakter van die uitspraak en de samenhangende wetgevingstrajecten waar de Eerste Kamer zich komende jaren nog over buigt, verzoeken deze leden u om de evaluatie van de PAS uit te breiden met een onafhankelijke evaluatie van het bijhorende wetgevingstraject, ook in relatie tot de uitspraak van de Raad van State. Dit met oog op het verkrijgen van een helder antwoord op de vraag wat zowel de Eerste- als Tweede Kamer kunnen leren van dit traject, wat er eventueel is misgelopen, en hoe dit in de toekomst kan worden vermeden.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 30 augustus 2019.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Van Kesteren

BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2019

Op 3 juli jl. heeft de voorzitter van de commissie EZK/LNV, de heer Van Kesteren, mij een brief gestuurd omtrent de beleidsevaluatie van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Daarin verzoekt de heer Van Kesteren om de evaluatie van het PAS uit te breiden met een onafhankelijke evaluatie van het bijbehorend wetstraject.

In de brief staat dat de vijfjaarstermijn waarin de evaluatie moet worden opgeleverd tot 1 januari 2020 loopt. Tijdens het wetgevingsdebat van 9 september 2014 in de Eerste Kamer is de termijn voor de evaluatie aan de orde gekomen. Daar is besproken dat de evaluatie na vijf jaar na inwerkingtreding van het programma zal worden uitgevoerd, oftewel, in het zesde jaar. Gezien de inwerkingtredingsdatum 1 juli 2015 is, was de beoogde periode voor de uitvoering van de evaluatie tussen 1 juli 2020 en 1 juli 2021. Gezien het ingrijpende karakter van de uitspraak van de Raad van State, wacht ik echter niet tot volgend jaar met het uitvoeren van de evaluatie. Ik ga daar nu mee aan de slag en verwacht u medio 2020 de evaluatie toe te kunnen sturen.

Het verzoek om de evaluatie uit te breiden met een onafhankelijke evaluatie van het wetstraject, ook in relatie tot de uitspraak van de Raad van State, neem ik over en ook deze evaluatie stuur ik u medio 2020 toe.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Samenstelling: Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA), (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van Huffelen (D66), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), van der Linden (FVD), (vice-voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rookmaker (Fractie-Otten) en Vendrik (GL).

X Noot
2

T02011, Toezegging Evaluatie PAS (33 669).

X Noot
3

Uitspraak van de Raad van State over de natuurvergunningen met zaaknummer 201600614/3 en andere en de uitspraak over het weiden van vee en het bemesten van landbouwgrond met zaaknummer 201506170/2 en andere, 29 mei 2019.

Naar boven