33 669 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof)

Nr. 43 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DIK-FABER TER VERVANING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 34

Ontvangen 16 april 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel N, worden aan artikel 19kn twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Als projecten of andere handelingen als bedoeld in het eerste lid kunnen worden genoemd of beschreven projecten of andere handelingen die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. het project of de andere handeling is van nationaal of provinciaal belang;

    • b. het is aannemelijk dat voor het project of de andere handeling in het tijdvak, bedoeld in artikel 19kg, vijfde lid, ontwikkelingsruimte wordt toegedeeld in een besluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid.

  • 6. De omvang van de ontwikkelingsruimte die voor projecten en andere handelingen als bedoeld in het eerste lid wordt gereserveerd, is zodanig dat:

    • a. sprake is van een evenwichtige verdeling waarbij rekening is gehouden met zowel nationale als provinciale belangen en met de belangen van de verschillende economische sectoren;

    • b. de omvang van de ontwikkelingsruimte die resteert voor toedeling aan andere projecten of handelingen dan die bedoeld in het eerste lid, substantieel en in lijn met het programma is.

Toelichting

Op basis van artikel 19kn, eerste lid, is het mogelijk bij ministeriële regeling ontwikkelingsruimte te reserveren voor projecten / handelingen met maatschappelijke relevantie (prioritaire projecten / handelingen). Aangezien de beschikbare depositieruimte schaars is, moet er volgens de indiener zorgvuldig worden beoordeeld voor welke projecten / handelingen ontwikkelingsruimte wordt gereserveerd.

Met dit amendement wordt allereerst nader geduid wat wordt verstaan onder prioritaire projecten en andere handelingen waarvoor ontwikkelingsruimte dient te worden gereserveerd. Het moet gaan om projecten / handelingen die van nationaal of provinciaal belang zijn. Dit kan blijken uit bestuurlijke besluitvorming door een bewindspersoon (al dan niet na overleg met het parlement) of door gedeputeerde staten. De MIRT-projecten zijn in ieder geval van nationaal belang. Verder dient het bij het reserveren van ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten voldoende aannemelijk te zijn dat er ook daadwerkelijke ontwikkelingsruimte wordt toegedeeld in dezelfde programmaperiode als waarin de reservering plaatsvindt.

Indiener wil met het amendement voorts borgen dat de ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten evenwichtig verdeeld wordt. Bij deze verdeling dient rekening te worden gehouden met zowel nationale als provinciale belangen, alsmede met belangen van verschillende economische sectoren. Tevens dient geborgd te worden dat de omvang van de gereserveerde ontwikkelingsruimte in het segment «ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten» zodanig is dat er in voldoende mate ontwikkelingsruimte overblijft in het segment «vrije ontwikkelingsruimte», voor onder meer agrarische ondernemers. De ontwikkelingsbehoefte van prioritaire projecten is in AERIUS 1.6 gestegen van 17% naar 52% van de totale depositieruimte. Indiener wil voorkomen dat de «vrije ontwikkelingsruimte» in de knel komt. In het programma dienen Rijk en provincies daarom nadere afspraken te maken over de verdeling van de depositieruimte tussen de segmenten en wat verstaan dient te worden onder een substantiële omvang van de «vrije ontwikkelingsruimte».

Dik-Faber

Naar boven