33 652 Spoorbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2019

Het kabinet heeft op 17 mei 2019 de programmabeslissing ERTMS genomen (Kamerstuk 33 652, nr. 65). Deze beslissing markeert de overgang naar de realisatiefase. Op 7 november 2019 ontving ik de geactualiseerde uitgangspuntennotitie van uw Kamer voor de realisatiefase van het groot project ERTMS. De parlementaire controle op grote projecten vanuit uw Kamer is van grote toegevoegde waarde bij projecten met grote impact en substantiële investeringen. De notitie sluit goed aan bij de aanpak en verantwoording die ik voor ogen heb. Vrijwel alle wensen en voorstellen die opgenomen zijn in de uitgangspuntennotitie neem ik over. Slechts op enkele punten stel ik voor om het anders vorm te geven. Dat licht ik in deze brief toe.

Doelstelling

Het kabinet heeft besloten het huidige treinbeveiligingssysteem te vervangen door de Europees verplichte standaard European Rail Traffic Management System (ERTMS). Deze vervanging sluit aan bij het algemene uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan tijdige aanleg van ERTMS zoals genoemd in het Regeerakkoord en aan Europese afspraken over de aanleg van ERTMS op de belangrijkste nationale en internationale verbindingen. Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden.

Basis- en voortgangsrapportage

De basisrapportage die gemaakt is bij de Voorkeursbeslissing (Kamerstuk 33 652, nr. 14) wordt bijgewerkt naar de Programmabeslissing. Daarbij sluiten we aan bij de beoogde indeling van de voortgangsrapportage.

De commissie vraagt in de rapportage een paragraaf op te nemen met een oordeel van mij in brede zin over het verloop van het programma. Dit oordeel zal ik opnemen in de brief waarmee ik de voortgangsrapportage aanbied. Daarmee blijft de voortgangsrapportage zo feitelijk mogelijk.

De commissie verzoekt om de gedachtenvorming over in welke mate er nog in ATB-Vv (Automatische Treinbeïnvloeding-Verbeterde versie) geïnvesteerd moet worden op te nemen in de voortgangsrapportage. ATB-Vv hoort niet tot de scope van het programma. Mijn voorstel is u via de voortgangsbrief spoorveiligheid op de hoogte te houden.

De commissie geeft aan het budget voor ERTMS herkenbaar te willen blijven zien binnen het begrotingsartikel 17 van het Infrafonds. Dat zal ik doen, waarbij wel geldt dat vanuit dit artikel overboekingen gedaan zullen worden naar andere begrotingsartikelen om bijvoorbeeld de meerkosten voor onderhoud in de artikelen voor Beheer- onderhoud en vervanging (BOV) op te nemen. Het verloop van het budget ERTMS zal ik opnemen in de voortgangsrapportage.

De Auditdienst Rijk (ADR) heeft aangegeven dat de controleverklaring niet toeziet op de toelichting over de financiële verantwoording. Deze toelichting neemt de ADR mee bij het beoordelen van de toereikendheid en volledigheid van de financiële en niet-financiële informatie in de voortgangsrapportage.

U verwacht dat de ADR toegang heeft tot de administraties en informatie van externe partijen. De ADR heeft aangegeven zich primair te richten op het ministerie en de programmadirectie bij ProRail en dat voor toegang tot administraties en informatie van externe partijen hun medewerking nodig is vanwege het ontbreken van een formele grondslag. Indien aan de orde zal ik deze partijen daarop wijzen.

Tot slot

De realisatie van ERTMS beslaat nog vele kabinetten. Ik heb er vertrouwen in dat met de programmabeslissing een stevige basis is gelegd, die de afgelopen jaren uitvoerig door externe partijen is getoetst. De programmabeslissing is echter geen blauwdruk van de toekomst: de omvang en looptijd van deze opgave, waar ik samen met de spoorsector voor sta, betekent dat altijd sprake zal zijn van mee- en tegenvallers en onzekerheden, zoals ontwikkelingen in de technologie of de keuzes die andere landen maken. Ik zet daarom in op een beheerste en stapsgewijze aanpak, gebaseerd op bewezen technologie. Dit biedt de kans tijdig bij te kunnen sturen als voortschrijdend inzicht daar aanleiding tot geeft.

Ik vind het van belang open en transparant met uw Kamer over de voortgang en de te maken keuzes van gedachten te blijven wisselen. De grootprojectstatus die uw Kamer aan ERTMS heeft toegekend, geeft de mogelijkheid dit uitgebreid te doen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven