33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2017

Met uw brief d.d. 10 februari jl. heeft u mij om reactie gevraagd naar aanleiding van het verzoek van de Stichting ALO tot aanpassing subsidieregeling Praktijkleren. In mijn brief d.d. 21 maart jl. heb ik aangegeven bereid te zijn te verkennen of de subsidieregeling Praktijkleren moet worden uitgebreid met leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (pro) en entree in het vmbo.

In deze verkenning heb ik de mogelijke gevolgen van uitbreiding van de subsidieregeling in kaart gebracht en gewogen, en heb ik bekeken welke voorwaarden hieraan gesteld zouden moeten worden. Ook heb ik de PO-Raad, de VO-Raad, de MBO Raad en VNO/NCW/MKB Nederland geconsulteerd. De PO-raad en VO-raad staan positief tegenover uitbreiding van de regeling. De MBO Raad en VNO/NCW hebben geen principiële bezwaren, maar geven wel aan dat de uitbreiding geen nadelige gevolgen moet hebben voor de bbl’ers, met name van de niveaus 1 en 2.

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat ik heb besloten om leerbedrijven, die vanaf het schooljaar 2017/2018 leerlingen in het vso, pro en entree in het vmbo een stageplaats aanbieden, in aanmerking te brengen voor de subsidieregeling Praktijkleren. De reden om uit te breiden is dat de begeleiding op de stageplek van deze doelgroep intensief is en vergelijkbaar met een vmbo-leerling in het leerwerk-traject die nu onder de regeling valt.

De regeling zal hiertoe zo spoedig mogelijk worden aangepast. De aanpassing houdt in dat het huidige vmbo-compartiment zal worden uitgebreid met leerlingen van het vso, pro en entree in het vmbo.

Aan de leerlingen van pro, vso en entree in het vmbo worden dezelfde voorwaarden gesteld als aan de leerlingen van het leerwerktraject in het vmbo, namelijk:

  • Het gaat om het buitenschoolse praktijkgedeelte in het laatste leerjaar voor vso en pro en voor entree in het vmbo om het derde en vierde leerjaar;

  • Het buitenschoolse praktijkgedeelte omvat tenminste 640 klokuren per schooljaar;

  • Elke schoolweek in het laatste leerjaar omvat tenminste binnenschools onderricht;

  • Om voor het maximale subsidiebedrag (€ 2.700) in aanmerking te komen, moet gedurende minimaal 40 weken begeleiding zijn verzorgd tijdens het schooljaar;

  • Het leerbedrijf moet erkend zijn (zo niet, dan dient men erkenning aan te vragen bij SBB).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven