De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het aantal leerlingen dat opgeleid wordt op de werkvloer het afgelopen
jaar schrikbarend is gedaald, terwijl de kans op een baan voor bbl-leerlingen beduidend
beter is dan voor leerlingen in de bol;
constaterende dat er in diverse sectoren in de cao bovenwettelijke afspraken gemaakt
zijn ten aanzien van de vergoeding die bbl-leerlingen krijgen, waardoor in sommige
sectoren leerlingen tot 180% van het minimumjeugdloon verdienen en na hun opleiding
een vast contract aangeboden moeten krijgen;
overwegende dat deze afspraken in «goede» tijden zijn gemaakt om de leerlingen te
laten meeprofiteren van de groei in deze sectoren, maar dat deze afspraken nu een
averechts effect hebben, omdat werkgevers hierdoor zeer terughoudend zijn in het aanbieden
van leerwerkplekken en leerlingen zo dus minder kans hebben op een werkplek en een
baan;
overwegende dat de regering actief beleid voert om het aantal leerwerkplekken te laten
stijgen, maar dat dit beleid deels teniet wordt gedaan door de afspraken die in de
cao's zijn gemaakt;
verzoekt de regering om, in gesprek te gaan met werkgeversorganisaties en vakbonden
om, in het belang van de leerlingen en hun kans op een baan, te bezien of er nieuwe
afspraken gemaakt kunnen worden die leiden tot meer kans voor jongeren op een bbl-plek
en een baan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Lucas