33 628 Forensische zorg

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2021

De Wet forensische zorg (Wfz) is op 1 januari 2019 in werking getreden. De schakelbepaling van artikel 2.3 Wfz is op 1 januari 2020 in werking getreden, tegelijk met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd). Artikel 2.3 Wfz heeft als doel om de doorgeleiding van personen vanuit het strafrecht naar de reguliere zorg te faciliteren en daarmee de continuïteit van zorg te waarborgen. De strafrechter kreeg daarom de bevoegdheid om in verschillende fasen van het strafproces een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging te verlenen.

Artikel 8.1 van de Wfz bepaalt dat binnen drie jaar na de inwerkingtreding een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk aan beide Kamers van de Staten-Generaal wordt gezonden. Het WODC voert de meerjarige evaluatie naar de Wfz uit. Hierbij bied ik u het eerste deelrapport aan1. Dit rapport geeft een eerste beeld van de toepassing van en ervaringen met artikel 2.3 Wfz.

Parallel aan deze evaluatie wordt in opdracht van de staatsecretaris van VWS de Wvggz en de Wzd geëvalueerd door het Amsterdam UMC en het Trimbos-instituut. De eerste fase van deze evaluaties wordt u separaat aangeboden, de tweede fase wordt in 2022 opgeleverd. Een integrale beleidsreactie op de evaluaties van de Wfz, de Wvggz en de Wzd is daarom aan een nieuw kabinet. Ik verwacht dat deze eind 2022 aan uw Kamer toegezonden zal worden.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven