33 628 Forensische zorg

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2018

Op 23 januari 2018 is de Wet forensische zorg aangenomen (Handelingen I 2017/18, nr. 16, item 6). Deze wet kent geen formele voorhangprocedure, echter tijdens de parlementaire behandeling heeft de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie toegezegd dat het ontwerp van het besluit dat deze wet nader uitwerkt, het Besluit forensische zorg1, ter informatie aan het parlement zal worden voorgelegd. Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport doe ik deze toezegging hierbij graag gestand.

Voor de goede orde wijs ik uw Kamer erop dat de zogeheten «regeling weigerende observandi» uit de wet niet in dit besluit nader wordt uitgewerkt. Dat zal gebeuren in een afzonderlijk besluit, dat in samenspraak met de voorzitter van de op te richten multidisciplinaire adviescommissie wordt opgesteld. Ook het ontwerp van dat besluit zal ik te zijner tijd ter informatie aan u voorleggen.

Indachtig de beoogde inwerkingtreding van de Wet forensische zorg op 1 januari 2019, alsmede het zomerreces van uw Kamer, streef ik ernaar dat het ontwerp van het Besluit forensische zorg op 24 september a.s. voor advies bij de Afdeling advisering van de Raad van State aanhangig wordt gemaakt.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven