33 628 Forensische zorg

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2016

In antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Marcouch en Recourt over het aanbesteden van forensisch medische zorg en medische arrestantenzorg door de politie (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 699) bent u geinformeerd over het staken van de aanbesteding en het voornemen om de contracten met de huidige dienstverleners te verlengen om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen. Bij deze informeer ik u over de laatste stand van zaken.

De inzet van de dienstverlening op het terrein van forensisch medische zorg en medische arrestantenzorg, een klein en kwetsbaar vakgebied, blijft onverminderd noodzakelijk. Daarom heeft de korpsleiding – mede na overleg met de regioburgemeesters – besloten de contracten met de huidige dienstverleners te verlengen tot in ieder geval 1 januari 2018. Een verlenging met ca twee jaar is er op gericht om betrokken partijen de tijd en ruimte te geven om zich te bezinnen op de vraag hoe nu verder. Gelet op het belang van dit vraagstuk ben ik voornemens om een commissie in te stellen die onderzoek gaat verrichten naar de wijze waarop de politie ook in de toekomst de beschikking zal krijgen over kwalitatief goede en financieel beheersbare dienstverlening op het terrein van de forensisch medische zorg en medische arrestantenzorg. Dit onderzoek moet uiterlijk eind 2016 zijn afgerond, opdat besluitvorming over de toekomstige vormgeving van deze dienstverlening in 2017 kan plaatsvinden. Eventuele financiële onrechtmatigheid die het verlengen van de contracten met zich meebrengt zal, indien ook als zodanig beoordeeld door de accountant, worden opgenomen in de jaarverslagen en jaarrekeningen politie van de betreffende jaren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven