33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 99 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2014

Hierbij doet het Kabinet u een brief toekomen over de hervatting van sectorale begrotingssteun aan Rwanda, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over de Meerjaren Strategische Plannen van 27 maart jl.

Regionale context

Uit de Group of Experts rapporten van de VN in 2012 kwamen sterke aanwijzingen naar voren dat Rwanda betrokken was bij het conflict in oostelijk DRC, met steun aan de rebellengroep M23. De donorgemeenschap, waaronder Nederland, stelde hierop verschillende sancties in. Het Kabinet besloot vanwege deze betrokkenheid in juli 2012 de bilaterale sectorale begrotingssteun aan de Rwandese justitiesector te bevriezen. In december 2012 diende uw Kamer een amendement in op de begroting van 2013, waarmee deze sectorale begrotingssteun werd stopgezet.

Uit diverse bronnen blijkt dat de steun van Rwanda aan M23, mede door druk vanuit de internationale gemeenschap, in de loop van 2013 al sterk was afgenomen. In november 2013 werd M23 verslagen door het Congolese leger en de VN missie MONUSCO. M23 verklaarde vervolgens te zullen ontwapenen, demobiliseren en berechting te zullen accepteren voor hen die verdacht worden van grove mensenrechtenschendingen.1

In maart 2014 sprak ik met het hoofd van de VN missie MONUSCO, Martin Kobler, die bevestigde dat M23 geen militaire factor meer was in de regio. President Kagame is bovendien sinds enige tijd op constructieve wijze betrokken bij pogingen om te komen tot duurzame vrede en stabiliteit in de regio. Zo sprak hij op 25 maart jl. in Luanda met regionale leiders, onder wie de presidenten Kabila, Zuma, Dos Santos, Museveni en Kikwete over een gezamenlijke aanpak van het conflict in oostelijk DRC. Deze regionale dialoog sluit aan bij de doelstellingen in het in maart 2013 onder auspiciën van de VN en de AU ondertekende Peace Security and Cooperation Framework for the DRC and the Great Lakes Region. 2

Vanwege deze ontwikkelingen hervatten de meeste donoren hun reguliere OS-relatie met Rwanda. De EU en het Verenigd Koninkrijk geven sinds medio 2013 weer jaarlijks sectorale begrotingssteun voor respectievelijk infrastructuur en onderwijs. Zweden heeft besloten om directe samenwerking met de overheid te hervatten. De Wereldbank en de African Development Bank hebben opnieuw programma’s goedgekeurd waarbij de financieringsmodaliteit gelijk is aan die van sectorale begrotingssteun. De Verenigde Staten overwegen thans om sectorale begrotingssteun te verlenen voor infrastructuur, nadat een besluit hierover in 2012 was uitgesteld. België heeft zijn sectorale begrotingssteun (gezondheidszorg en onderwijs) nooit opgeschort. Duitsland schortte de algemene begrotingssteun aan Rwanda op in 2012. Deze steun is inmiddels omgezet in programmahulp.

Hervatting Nederlandse steun aan de justitiesector

Omdat ook voor Nederland de aanleiding voor het stopzetten van sectorale begrotingssteun is verdwenen, heeft het Kabinet besloten om deze te hervatten, zoals het lid Sjoerdsma op 27 maart jl. heeft verzocht.

De Nederlandse steun aan de Rwandese justitiesector heeft in het verleden tot goede resultaten geleid. Ook bood de sectorale begrotingssteun Nederland de gelegenheid om op hoog niveau met Rwanda een politieke dialoog te voeren en invloed uit te oefenen op het beleid. Tijdens het werkbezoek aan Rwanda in januari jl. van Staatssecretaris Teeven werd andermaal duidelijk dat Nederland de afgelopen decennia een waardevolle partner voor Rwanda is geweest in de justitiesector. Het bezoek droeg bij aan het verder in kaart brengen van de huidige Rwandese behoeften op justitieel terrein. Tevens werd duidelijk hoe de samenwerking met Nederland ter versterking van de rechtsstaat verbeterd kan worden.

Binnen de bestaande middelen voor Rwanda zal jaarlijks een bedrag van maximaal 5 miljoen Euro geoormerkt worden voor ondersteuning van de justitiesector, via sectorale begrotingssteun. Deze steun zal ingezet worden voor de versterking van de Rwandese justitiesector in den brede. Aangezien er voor de periode van het MJSP 2014 – 2017 een totaalbedrag van 32 miljoen Euro beschikbaar is voor het speerpunt veiligheid en rechtsorde, blijft er hiermee voldoende financiële ruimte over voor lopende activiteiten, de geplande activiteiten ter versterking van het maatschappelijk middenveld en voor begeleidende maatregelen.

Modaliteiten en randvoorwaarden bij de steun

Het beleid van de Rwandese justitiesector is helder omschreven in het Justice, Reconciliation, Law & Order Sector Strategic Plan, dat loopt van juni 2013 tot juni 2018. Dit nationale justitiesectorplan is een uitwerking in detail van de, door alle donoren onderschreven, nationale ontwikkelingsstrategie (Economic Development and Poverty Reduction Strategy II) en van de overkoepelende lange termijn visie van Rwanda zoals vervat in Vision 2020. Het justitieplan bevat de volgende 5 prioriteiten:

  • 1) Versterking van de justitiesector en verbetering van coördinatie-mechanismen;

  • 2) Universele toegang tot kwalitatief goede rechtspraak;

  • 3) Handhaving van veiligheid en naleving van mensenrechten;

  • 4) Bevordering van de rechtsstaat;

  • 5) Bestrijding van internationale straffeloosheid en genocide, versterking van waarheidsbevinding en verzoening.

Nederland zal met Rwanda afspraken maken over de binnen deze prioriteiten te behalen resultaten. Structureel overleg hierover zal plaatsvinden in de Justice, Rule of Law and Order werkgroep, waaraan de Rwandese justitiële autoriteiten, donoren en het Rwandese maatschappelijk middenveld deelnemen. Nederland is covoorzitter van deze werkgroep. De leden van de werkgroep bespreken de resultaten, voortgang en waar noodzakelijk interventies om de vastgestelde doelen te bereiken. De jaarlijkse sectorbeoordeling en de jaarlijkse audit die door de Rwandese Auditor-generaal wordt uitgevoerd, zijn belangrijke ijkmomenten.

Tijdens het bezoek van Staatssecretaris Teeven aan Rwanda werd voorgesteld om een Panel for Dialogue on Justice te ontwikkelen. Dit panel biedt, naast de bestaande overlegfora, mogelijkheden voor verdieping, politieke dialoog en verdere precisering van de samenwerking op het terrein van Justitie.

De minimale randvoorwaarden die Nederland stelt aan de sectorale begrotingssteun zijn: voldoende gealloceerde middelen voor de justitiesector om overeengekomen resultaten te bereiken, een tevredenstellende jaarlijkse sectorbeoordeling, goedkeuring van de Auditor-generaal en een open politieke dialoog. Een belangrijke politieke voorwaarde is dat Rwanda zich houdt aan internationale afspraken over niet-inmenging in interne aangelegenheden in buurlanden en steun aan gewapende groepen. Indien Rwanda deze afspraken schendt zal Nederland zich, in samenspraak met andere donoren, beraden op nadere stappen. Het Kabinet merkt hierbij op dat de effectiviteit van sectorale begrotingssteun toeneemt bij voorspelbare inzet op lange termijn.

Nederland zal bij de hervatting van de steun met Rwanda een Memorandum of Understanding afsluiten waarin de randvoorwaarden nader worden gepreciseerd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven