33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 330 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2021

Tijdens het Commissiedebat RBZ (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2352) Handel en het Tweeminutendebat RBZ Handel van respectievelijk 19 en 20 mei jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 77, Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken en Handel) zijn door het Kamerlid Van der Lee (GroenLinks) vragen gesteld over de stand van zaken en het handelingsperspectief van de Nederlandse Staat voor de verstrekte ekv-polis gerelateerd aan het LNG project in Mozambique. Met deze brief en de beantwoording van de Kamervragen over dit onderwerp, die mede namens de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst aan uw Kamer worden gezonden, voldoe ik aan mijn toezegging u hierover te informeren.

De situatie in de regio Cabo Delgado van Mozambique is de afgelopen jaren verslechterd (zie o.a. Kamerstuk 33 625, nr. 318) en de laatste tijd geëscaleerd door de aanval van gewelddadige extremisten op de stad Palma. Het gevolg van de escalatie is dat het Franse bedrijf Total, de projectleider van het LNG project in de regio «force majeure» heeft uitgeroepen op de uitvoering van de werkzaamheden. Dit betreft een zelfstandig juridisch besluit door Total. De facto betekent dit dat het LNG project in Mozambique tot nader orde is stilgelegd. Total heeft inmiddels aangegeven dat deze situatie naar verwachting maanden kan duren. De Staat is evenwel nog steeds gebonden aan de verzekeringspolissen die per 25 en 26 maart 2021 door Atradius Dutch State Business aan exporteur Van Oord en financier Standard Chartered Bank zijn verstrekt. De op 1 juli 2020 uitgereikte dekkingstoezeggingen zijn toen omgezet in polissen als automatisch gevolg van het bereiken van financial close op 24 maart door de sponsoren.

De exporteurspolis die de Nederlandse Staat heeft verstrekt aan Van Oord biedt dekking op de risico’s op non-betaling. Daarnaast wordt het Nederlands bestanddeel van de werkzaamheden aan het project betaald vanuit projectfinanciering die verstrekt wordt door Standard Chartered Bank aan het LNG-projectconsortium onder leiding van Total. Deze financiering is verzekerd door de Nederlandse staat middels een financieringspolis. Vanwege de force majeure situatie kunnen geen trekkingen plaatsvinden onder deze lening. Beide polissen kunnen niet zomaar eenzijdig door Atradius DSB worden beëindigd, tenzij er bijvoorbeeld sprake is van aantoonbare fraude of een verzekerde die in gebreke is. Wel is duidelijk dat Total ten gevolge van het inroepen van force majeure momenteel geen aanspraak kan maken op de door Atradius DSB en andere betrokken verzekeraars verzekerde lening. In alle situaties geldt dat de Nederlandse betrokkenheid via de verstrekte ekv onder dezelfde voorwaarden zal moeten plaatsvinden als bij goedkeuring, ook op het gebied van mensenrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Het kabinet blijft de situatie nauwgezet volgen. We onderzoeken, samen met de andere betrokken exportkredietverzekeraars, onder meer op basis van bedrijfsvertrouwelijke informatie de juridische gevolgen. Zo zal in kaart gebracht moeten worden wat onder de voorwaarden van de polis de mogelijkheden zijn naar aanleiding van de nieuwe situatie in Mozambique, inclusief de mogelijkheid om in de toekomst (ook los van force majeur) geen trekkingen toe te staan onder de lening waardoor de facto de financiering niet langer wordt ondersteund.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Naar boven