33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 235 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2016

Betrokkenheid van jongeren bij ontwikkelingssamenwerking is essentieel. Het uitgangspunt van het kabinet is om te praten met jongeren in plaats van over jongeren. In deze brief geeft het kabinet een appreciatie van het actieplan «Jongeren voorop» van Kamerlid van Laar (PvdA) en wordt ingegaan op de Nederlandse inzet ten behoeve van jongeren in ontwikkelingslanden. Daarmee wordt invulling gegeven aan de toezegging in het Algemeen Overleg van 22 juni 2016 (Kamerstuk 33 625, nr. 221) om nader in te gaan op de inzet van het kabinet om de positie van jongeren binnen ontwikkelingssamenwerking te versterken.

Jongeren voorop

Het actieplan «Jongeren voorop» van Kamerlid van Laar (PvdA) is een pleidooi voor meer en eerlijk werk voor jongeren binnen ontwikkelingssamenwerking en voor meer kansen om de participatie van jongeren bij het realiseren van de Global Goals te vergroten. De focus is in het actieplan voornamelijk gericht op Nederlandse jongeren. In het actieplan worden obstakels benoemd die jongeren ondervinden bij het vinden van een baan in het algemeen en bij ontwikkelingsorganisaties in het bijzonder. Volgens het actieplan blijkt dat jongeren bij een aantal ontwikkelingsorganisaties significant ondervertegenwoordigd zijn. Het actieplan benoemt eveneens het belang om jongeren nu goed te betrekken bij de implementatie van de Global Goals omdat het hun toekomst is waar deze doelen over gaan. De voorstellen in het actieplan zijn gericht op verjonging en vernieuwing bij ontwikkelingsorganisaties, het bevorderen van «eerlijk werk» en het versterken van het jongerenvertegenwoordigers, zowel uit Nederland als internationaal.

Verjonging en vernieuwing

Het actieplan richt zich op het vergroten van het aantal jongeren dat werkzaam is bij ontwikkelingsorganisaties en het bevorderen van de inzet van nieuwe organisaties, die vaak door jonge mensen worden gerund. Het kabinet onderschrijft het belang van het betrekken van nieuwe organisaties, met vernieuwende ideeën en aanpakken. Het VOICE fonds is een goed voorbeeld daarvan (en wordt ook genoemd in het actieplan). Dit fonds is gericht op het versterken van de capaciteit van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen op het terrein van pleiten en beïnvloeden. Omdat deze groepen via reguliere programma’s vaak moeilijk bereikt worden, is het fonds laagdrempelig ingericht en worden vooral innovatieve aanpakken en instrumenten van organisaties gefinancierd, die het mogelijk maken deze groepen een stem te geven.

Zowel grotere, reeds gevestigde organisaties, die de belangen van de doelgroep behartigen, als kleinere, nieuwe basisorganisaties of de doelgroep zelf komen in aanmerking voor ondersteuning. Eén van de vijf doelgroepen van het Voice-fonds betreft «mensen die gediscrimineerd worden op basis van leeftijd». Dit kunnen zowel ouderen als jongeren zijn. In de komende jaren kunnen jongerenorganisaties (formele, informele of samenwerkingsverbanden) voorstellen indienen bij dit fonds.

Het actieplan wil een duidelijke visie op jongerenparticipatie een voorwaarde maken om in aanmerking te komen voor subsidies, zeker voor programma’s die jongeren als doelgroep hebben. Bij het beoordelen van voorstellen van organisaties van programma’s op het terrein van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) wordt zowel naar het track record van de organisatie zelf als naar de kwaliteit van de voorstellen gekeken – visie op het terrein van het onderwerp van het betreffende programma hoort daar bij. Zo is bij de beoordeling van de voorstellen in het kader van het Local Employment in Africa for Development programma (LEAD) mede gekeken naar de visie die de vier LEAD partners (SPARK, HIVOS, Oxfam Novib en SOS Kinderdorpen) hebben op de jongerenproblematiek en de wijze waarop het ondernemerschap van jongeren kan worden bevorderd in de landen waar zij werken.

Een voorstel in het actieplan «Jongeren voorop» is om het Young Expert Programme (YEP) uit te breiden. Het Young Expert Programme (YEP) is een initiatief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Netherlands Water Partnership (NWP). Met dit programma kunnen Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties een jonge professionals inzetten voor minimaal één en maximaal twee jaar op een ontwikkelingsproject in het buitenland. Het programma heeft als doel het internationale netwerk van de water- en agrofoodsector te verjongen en te versterken. In 2015 is in goed overleg met alle partners besloten om het YEP programma te verbreden van YEP Water naar YEP Agrofood in samenwerking met het Food and Business Knowledge Platform. Water en agrofood hebben veel raakvlakken en deze samenwerking heeft ervoor gezorgd dat verschillende Young Experts hebben kennisgemaakt met elkaars vakgebieden. Het kabinet wil eerst kijken hoe de verbreding van het programma van water naar landbouw is verlopen, voordat tot verdere verbreding van het programma wordt overgegaan.

Eerlijk Werk

Stages en werkervaringsplekken kunnen goede kansen bieden aan jongeren op het verkrijgen van een baan. Het actieplan vraagt er aandacht voor dat deze startersmogelijkheden wel een passende opdracht en een reele vergoeding verdienen.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft vanaf begin 2016 tot op heden aan 743 stagiaires een werkervaringsplek geboden. Daarnaast zijn er 28 trainees werkzaam uit 6 verschillende traineeprogramma’s, waaronder het Advanced Master in International Development (AMID)-programma van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het AMID-programma is een opleiding met een duaal karakter: studenten werken vier dagen per week voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken of een andere organisatie die zich richt op internationale ontwikkelingsvraagstukken en volgen aansluitend één dag per week de opleiding op de Radboud Universiteit. Het kabinet onderschrijft dat organisaties eerlijk werk moeten bieden, met een eerlijk salaris. Omdat de AMID-trainees in de praktijk veelal hetzelfde werk doen als een reguliere werknemer, wordt vanaf 2017 het salaris van de trainees van het verhoogd van EUR 1.219,68 naar EUR 2.239,44.

Daarnaast pleit het actieplan voor voldoende stages en werkervaringsplekken voor jongeren, tegen een eerlijk salaris en met een passende opdracht en roept op tot het in gedragscodes opnemen op welke wijze met stages, werkervaringsplekken en startersfuncties wordt omgegaan. Binnen de rijksoverheid zijn afspraken over de inzet en salariëring bij stages en andersoortige werkervaringsplekken.

Jongerenvertegenwoordigers

Jongerenvertegenwoordigers moeten hun stem laten horen. Dat was de boodschap van Nederland tijdens het High-Level Political Forum (HLPF) van de Verenigde Naties in New York in juli dit jaar aan de jongeren die tijdens de rondetafel debatteerden over hoe de armste en meest gemarginaliseerde groepen betrokken kunnen worden bij en meeprofiteren van de sociale, economische en politieke ontwikkeling in hun land, het zogenoemde «Leave No One Behind». Nederland was daar – voor het derde jaar op rij – co-host van het grootste jeugdevent en marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Nederland liet als enige land zijn jongerenvertegenwoordigers spreken tijdens het High-Level Political Forum (HLPF). Jongerenvertegenwoordiger Max van Deursen bijvoorbeeld deelde zijn ervaringen met alle andere lidstaten. Tijdens het Young Leaders x World Leaders evenement – op initiatief van de UN Secretary General’s Envoy on Youth Ahmad Alhendawi, samen met Nederland, Denemarken, het UN Development Programma en UN Population Fund – gingen jongeren, Ministers en CEO’s met elkaar in gesprek over jongerenparticipatie in, en initiatieven voor het behalen van de Global Goals. In juli 2016 vond de UNCTAD-conferentie plaats. Een nieuw, geslaagd onderdeel was het Youth Forum. Jongeren kregen een voet tussen de deur en wisten deze «ingang» effectief te gebruiken. Zo eisten – en kregen zij – spreektijd tijdens meerdere sessies van het World Investment Forum (WIF), maar ook tijdens de slotbijeenkomst van de Conferentie. Nederland was vertegenwoordigd door de Nederlandse jongerenvertegenwoordiger Sahar Afzal die een zichtbare en betekenisvolle rol speelde. De boodschap van Nederland was dat deelname van jeugd over beslissingen die ook op hen van toepassing zijn, vanzelfsprekend moet worden.

In aanloop naar de High-Level Meeting van het Global Partnership for Effective Development in Kenia vindt de Road to Nairobi bustour plaats, onder leiding van oud VN-jongerenvertegenwoordiger Jilt van Schayik. De busreis voert door 8 Afrikaanse landen Zuid-Afrika, Mozambique, Zimbabwe, Zambia, Tanzania, Rwanda, Oeganda en Kenia. In samenwerking met lokale jongerenambassadeurs worden kansen en uitdagingen voor ondernemerschap geïdentificeerd. Aan het eind van elk landenbezoek wordt een bijeenkomst georganiseerd waar voorstellen besproken worden om meer werkgelegenheid voor jongeren te creëren. De verzamelde uitkomsten worden gepresenteerd in Nairobi op 30 november en 1 december 2016.

Deze voorbeelden laten zien dat het kabinet samenwerkt met jongeren. Er zijn acht jongerenvertegenwoordigers verbonden aan de Nationale Jeugdraad (NJR), de Nederlandse koepelorganisatie van landelijke jongerenorganisaties. Zij zorgen ervoor dat de stem van Nederlandse jongeren gehoord wordt bij de Algemene Vergadering van de VN, de Europese Unie, UNESCO en Klimaat- en duurzaamheidstoppen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken draagt bij aan het werk van de Nationale Jeugdraad door jaarlijks het publiekelijke verkiezingstraject van twee Jongerenvertegenwoordigers te ondersteunen, de Jongerenvertegenwoordiger naar de Algemene Vergadering van de VN en de Jongerenvertegenwoordiger Duurzame Ontwikkeling. Elk jaar worden de conferentiekosten voor twee relevante VN-bijeenkomsten vergoed voor de Jongerenvertegenwoordigers naar de Algemene Vergadering van de VN. Dit jaar kreeg de Nederlandse jongerenvertegenwoordiger Sahar Afzal de kans om plenair te spreken tijdens de Algemene Vergadering van de VN.

Het actieplan benoemt de meerwaarde van jongerenvertegenwoordigers en vraagt om een evaluatie van hun positie: zij zijn onmisbaar, alleen zij kunnen de stem van jongeren laten horen. Het kabinet zal deze evaluatie (licht) uitvoeren en bezien hoe de (functie van) jongerenvertegenwoordiger nog beter benut kan worden.

Bredere inzet voor jongeren: tegengaan van jeugdwerkloosheid

Het merendeel van de armen in ontwikkelingslanden werkt in de informele sector, ook in de sterk groeiende steden. Dat geldt ook voor jongeren. Jongeren in ontwikkelingslanden zijn in potentie de motor voor economische groei. Maar het is een kwetsbare groep, ook waar het gaat om hun positie op de arbeidsmarkt. De jeugdwerkloosheid in Afrika is gemiddeld drie keer zo hoog als die bij volwassenen, en werkende jongeren hebben vaak geen volwaardige baan. Jaarlijks komen meer Afrikaanse jongeren op de arbeidsmarkt dan er nieuwe banen bijkomen. Het is van groot belang jongeren meer kansen te geven hun dromen en ambities waar te maken in eigen land. Daarom investeert het kabinet EUR 50 miljoen ter bevordering van ondernemerschap door en werkgelegenheid voor Afrikaanse jongeren. EUR 25 miljoen is geïnvesteerd in het Local Employment in Africa for Development programma (LEAD). Na een opstartfase in de eerste maanden van 2016 zijn de vier LEAD partners (SPARK, Hivos, Oxfam Novib en SOS Kinderdorpen) begonnen met de implementatie van activiteiten. De vier projecten beogen in 3 jaar tijd ruim 17.000 directe banen te creëren voor jongeren. EUR 25 miljoen wordt geïnvesteerd via het Dutch Good Growth Fund (DGGF), de verwachting is dat dit volledige bedrag eind 2016 gecontracteerd is. De verwachte impact is dat er meer dan 30.000 banen in Noord-Afrikaanse landen ondersteund worden, en meer dan 18.000 ondernemers uit Midden- en Kleinbedrijf (MKB) gefinancierd worden. Over de bredere inzet voor jongeren is dit jaar gerapporteerd in de rapportage over het actieplan Inclusieve Ontwikkeling. U wordt volgend jaar over de behaalde resultaten van deze inzet bij de reguliere resultatenrapportage geïnformeerd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven