33 623 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht

N MOTIE VAN HET LID RINNOOY KAN C.S.

Voorgesteld 21 maart 2017

De Eerste Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

overwegende, dat de voorwaarden waaronder aan de onderkant van de arbeidsmarkt gewerkt wordt, redenen zijn van gerechtvaardigde zorg,

overwegende, dat bevorderd dient te worden dat beloning op minimumloon dient te worden veiliggesteld voor eenieder – behoudens fiscaal zelfstandigen – die op basis van een overeenkomst betaald krijgt voor verrichte arbeid,

constaterende, dat het wetsvoorstel deze bescherming beperkt tot degenen uit deze groep die arbeid verrichten op basis van een overeenkomst van opdracht,

verzoekt het kabinet te bewerkstelligen dat de bescherming op minimumloonniveau zich niet daartoe beperkt, maar zich uitstrekt tot de gehele groep,

verzoekt het kabinet de zekerheid van het fictieve dienstverband voor deze groep in ere te herstellen door het wegcontracteren daarvan onmogelijk te maken,

verzoekt het kabinet opdrachtgevers te voorzien van een eenvoudiger wijze van verificatie om vast te stellen of een opdrachtnemer aangemerkt kan worden als zelfstandige in fiscale zin en aldus niet valt onder de werking van de wet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rinnooy Kan

Schnabel

De Graaf

Backer

Oomen-Ruijten

Lintmeijer

Naar boven