33 613 EU-voorstel: Verordening aanlegkosten breedbandnetwerken COM (2013) 147

Nr. 5 BRIEF VAN DE EUROPESE COMMISSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brussel, 22 augustus 2013

De Europese Commissie dankt de Tweede Kamer voor haar Gemotiveerd advies over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot maatregelen om de kosten van de aanleg van elektronische hogesnelheidscommunicatienetwerken te verlagen (COM(2013) 147 final)1.

De ontwikkeling van de digitale economie is een belangrijke motor voor groei en werkgelegenheid en kan derhalve een grote rol spelen in het economische herstel van Europa. Vandaar dat in de Digitale Agenda voor Europa ambitieuze breedbanddoelstellingen zijn vastgesteld die in 2020 moeten zijn bereikt. Bovendien zijn alomtegenwoordige hogesnelheidsnetwerken een voorwaarde om de bestaande digitale kloof te overbruggen en de regionale cohesie te garanderen. De investeringen lopen in Europa achter op die in de rest van de wereld, dus als Europa het potentieel van de digitale economie wil ontsluiten en het concurrentievermogen van Europa wil versterken, moeten onze inspanningen aanzienlijk worden uitgebreid Met het voorstel van de Commissie van maart jongstleden zou op de kosten van de aanleg in de hele EU 30% (of tot wel 60 miljard euro) kunnen worden bespaard, met name door het gebruik van de bestaande passieve infrastructuur onder bepaalde voorwaarden toe te staan en de administratieve rompslomp tot een minimum te beperken.

De Commissie neemt ook nota van de bezorgdheid die de Tweede Kamer hierover heeft geuit.

De voorgestelde verordening is gericht op het neerhalen van de barrières die het functioneren van de eengemaakte markt verhinderen en die een gevolg zijn van het bestaan van een lappendeken van regels op nationaal en subnationaal niveau. Door die lappendeken aan regels wordt de aanleg van netwerken vertraagd en lopen de kosten op. Volgens de Commissie kan die fragmentatie het best op EU-niveau worden aangepakt. Actie op EU-niveau is ook beter geschikt om te zorgen voor gelijke behandeling en non-discriminatie van ondernemingen en investeerders in de hele EU. Als nutsbedrijven in de ene lidstaat hun fysieke infrastructuur economisch mogen laten renderen, maar in de andere niet, is dat met name een obstakel voor de voltooiing van de digitale eengemaakte markt. Hoewel de aanleg van netwerken inderdaad plaatselijk wordt uitgevoerd, vinden de besluitvorming, de financiering en het ontwerp daarvoor op nationaal en supranationaal niveau plaats. De internationale connectiviteit buiten beschouwing gelaten (die heeft immers per definitie een grensoverschrijdend karakter), gebeurt de aanleg van snel breedbandinternet door exploitanten van elektronische communicatiediensten op een efficiënte schaal met een effect op EU-niveau.

De verordening veronachtzaamt de successen op nationaal niveau geenszins. Integendeel, met deze verordening wordt voortgebouwd op de beste praktijken op nationaal niveau en wordt gestreefd naar een opschaling daarvan naar EU-niveau. EU-actie is nodig om de problemen te kunnen aanpakken die zich in de verschillende fases van de aanleg kunnen voordoen, zodat het volledige kostenbesparingspotentieel van netwerkaanleg kan worden gerealiseerd De nationale beste praktijken worden door het voorstel geenszins aangetast. Geheel in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel kunnen de lidstaten verdergaande regels of bepalingen vaststellen die de in het voorgestelde wetsinstrument gespecificeerde rechten en verplichtingen aanvullen, zoals bijvoorbeeld databases van bestaande fysieke infrastructuur. Bovendien blijkt uit het feit dat de lidstaten de mogelijkheid wordt geboden categorieën infrastructuur of gebouwen van de toepassing van deze verordening uit te sluiten, dat de Commissie terdege rekening heeft gehouden met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

De Commissie zou ook graag benadrukken dat de voorgestelde maatregelen zeer flexibel zijn en de lidstaten dus de mogelijkheid bieden om ze aan hun nationale bijzonderheden aan te passen. De administratieve kosten van de uitvoering van deze maatregelen hangen derhalve in hoge mate af van de specifieke keuzes die de lidstaten maken. Terwijl de administratieve kosten die het gevolg zijn van de voorgestelde maatregelen afhangen van de precieze opzet die elke lidstaat kiest, is uit de effectbeoordeling van de voorgestelde maatregelen naar voren gekomen dat er synergiën mogelijk zijn. Daardoor kunnen de administratieve kosten verder worden gereduceerd wanneer de verschillende taken en functies die in dit ontwerpvoorstel zijn opgenomen aan ‚‚n instelling of instantie worden toegewezen. Verder wordt in het ontwerpvoorstel niet uitgesloten dat de kosten van geschillenbeslechting door de telecommunicatiesector worden gedragen.

Het voorstel volgt uit een verzoek van de staatshoofden en regeringsleiders tijdens de Europese Raad van maart 2012 om maatregelen voor te bereiden om de kosten van de uitrol van breedband in de EU te verlagen2. In december jongstleden heeft de Europese Raad een wettelijk bindend instrument op EU-niveau goedgekeurd als onderdeel van de zogenaamde Akte voor de interne markt 113. Het specifieke wetgevingsinstrument, in dit geval een verordening, is door de Commissie zorgvuldig uitgekozen met het oog op de doeltreffendheid en de doelmatigheid. Door de aandacht op een beperkt aantal rechtstreeks toepasselijke rechten en verplichtingen te richten, beoogt de verordening welbepaalde obstakels en barrières voor de ontwikkeling van de digitale eengemaakte markt uit de weg te ruimen, zonder harmonisatie of bemoeienis met organisatorische aangelegenheden; die aangelegenheden blijven een bevoegdheid van de lidstaten.

Tot slot moeten in verband met het heersende gebrek aan investeringen hoognodig belangrijke stappen worden gezet. Vandaar de keuze voor een verordening, aangezien zo snel resultaten kunnen worden bereikt. Bij een richtlijn is voor de omzetting namelijk veel tijd nodig, zodat daarmee ook niet dezelfde mate van harmonisatie in een gefragmenteerde eengemaakte markt zou kunnen worden bereikt.

De Commissie hoopt dat deze brief een antwoord biedt op de vragen en opmerkingen van de Tweede Kamer en verheugt zich over de toekomstige voortzetting van de politieke dialoog.

Lid van de Commissie, Connie Hedegaard


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Conclusies van de Europese Raad van 1/2 maart 2012, EUCO 4/2/12, verkrijgbaar op http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/12/st00/st00004-re02.nl12.pdf , bladzijde 5.

X Noot
3

Conclusies van de Europese Raad van 13/14 december 2012, EUCO 205/12, http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/12/st00/st00205.nl12.pdf , punt 17.

Naar boven