Aan de leden
Den Haag, 28 juni 2013
Geïnspireerd door de volgende passage uit het regeerakkoord: «Met de organisaties
van werknemers bespreken we het openstellen van de laagste ambtelijke loonschalen,
zodat medewerkers in facilitaire functies eventueel in dienst genomen kunnen worden»
is maandag 24juni jI. tijdens het wetgevingsoverleg over de Raming van de Tweede Kamer
voor 2014 door de leden Heijnen, van Raak en Segers een motie ingediend waarvan het
dictum luidt: «Verzoekt het Presidium om bij afloop van het huidige contract met externe
schoonmaakbedrijven, de schoonmakers weer in vaste dienst te nemen.» (Kamerstuk 33 609, nr. 7)
Als de motie gericht is op het bevorderen dat de Tweede Kamer ook werkzaamheden in
de lagere loonschalen aanbiedt, dan kunnen we u het volgende melden: De Tweede Kamer
heeft 22 medewerkers in schaal 2, 10 in schaal 3, 91 in schaal 4 en 38 in schaal 5.
Alles bij elkaar zijn dat er 161. En dat op een personeelsbestand van in totaal 544
fte’s. Dat is dus bijna 1/3 van ons hele personeelsbestand. Dit is onder meer het
gevolg van het feit dat de Kamer, anders dan bijvoorbeeld de meeste ministeries, onder
meer de catering, de beveiliging en de reprografie in eigen beheer heeft. En voorts
een aantal andere diensten kent met lagere loonschalen. Het Presidium denkt te kunnen
stellen dat we daarmee koploper zijn bij de hele overheid.
Er loopt momenteel een rijksbrede aanbestedingsprocedure voor de schoonmaak, waarin
de Tweede Kamer «meelift».
Bij de vorige aanbestedingsprocedure (in 2008) heeft het Managementteam van de Kamer
bewust gekozen voor een bedrijf waarvan het zeker wist dat het op een fatsoenlijke
manier met zijn werknemers omgaat. Dus niet de goedkoopste, maar in alle opzichten
beste is destijds uitgekozen.
Ook in de nu lopende aanbestedingsprocedure stelt de Kamer in de aanbestedingsvoorwaarden
hoge eisen aan de zogenoemde sociale duurzaamheid. Daarmee worden eisen gesteld aan
de wijze waarop medewerkers door het schoonmaakbedrijf worden ingezet en wordt verlangd
dat er juist ook medewerkers worden aangetrokken/ingezet met een grote afstand tot
de arbeidsmarkt.
Het Presidium wijst erop dat bij het nu zondermeer weer inbesteden van de schoonmaak
tot een kostenpost van tenminste € 400.000,– extra leidt. Daar is niet in voorzien
in de Raming voor 2014 en latere jaren.
Wij stellen u dan ook voor dat de Kamer zich blijft voegen in de lopende, Rijksbrede
aanbestedingsronde. Mocht het rijk, lopende deze aanbestedingsprocedure, tot andere
inzichten komen, dan ontstaat naar het oordeel van het Presidium ook voor de Tweede
Kamer een nieuwe situatie.
Dit alles in overweging nemend laat het Presidium het oordeel over de motie aan de
Kamer.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, A. van Miltenburg
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, J.E. Biesheuvel-Vermeijden