33 605 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2012

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in:

  • a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);

  • b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit Ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

B. BEGROTINGSTOELICHTING

B1. LEESWIJZER

Budgettair kader

Uit de hiervoor vermelde samenvattende departementale begrotingsstaat blijkt dat ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 de begroting van de uitgaven voor 2012 met € 27,9 miljoen wordt verhoogd en dat het begrotingsbedrag van de ontvangsten voor 2012 met een bedrag van € 20,0 miljoen wordt verhoogd. Met deze mutaties uit de slotwet 2012 leidt dit tot een uitgavenbudget van € 8066,8 miljoen en een ontvangstenbudget van € 433,6 miljoen. Het bedrag voor de in 2012 aan te gane verplichtingen wordt verhoogd met € 174,9 miljoen tot een bedrag van € 7.967,1 miljoen.

Samenvatting belangrijkste begrotingswijzigingen

Eén van de voornaamste oorzaken die het totaal van uitgavenbudget beïnvloeden, is de doorwerking van de per saldo hogere ontvangsten van € 20,0 miljoen, waaronder hogere HGIS-ontvangsten (Homogene groep Internationale Samenwerking) van € 2,8 miljoen en € 17,2 miljoen hogere overige ontvangsten bij de defensieonderdelen.

De totale eindejaarsmarge Defensie bedraagt € 106,0 miljoen.

Met de najaarsnota was € 33,7 miljoen voor het veteranenbeleid doorgeschoven naar 2013. In 2012 is het budget veteranenbeleid met € 20 miljoen overschreden. Dit komt enerzijds door het sneller afwikkelen van de claims en anderzijds door een groter aantal aanspraken op de claims. De overschrijding van het veteranenbudget werkt door in 2013 op het gereserveerde bedrag van € 33,7 miljoen, waardoor er in 2013 nog een bedrag resteert van € 13,7 miljoen.

Voor HGIS is de eindejaarsmarge vastgesteld op € 35,7 miljoen. Deze eindejaarsmarge is bepaald op basis van de beschikbare budgetten Najaarsnota en de uiteindelijke realisatie 2012.

De hogere verplichtingen van € 174,9 miljoen worden vooral veroorzaakt door investeringen op het gebied van groot materieel.

Toelichtingen

De mutaties in de slotwet hebben een niet-beleidsmatig karakter en ontstaan door het verloop van de realisatie.

Mutaties

Bij de beleidsartikelen worden de mutaties naar oorzaak toegelicht waarbij het totaal van de mutaties sluit op de slotwet zoals die is opgenomen in de tabel voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten.

Baten-lastendiensten

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2012 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de stand ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie is daarom gelijk aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Hiervoor geeft het jaarverslag een toelichting.

B2. ALGEMENE TOELICHTING

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2012 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van 28 januari 2013, Stb. 39, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.

Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatig en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoeringstechnische aspecten.

Voor zover de aanpassingen van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening Defensiebegroting 2012.

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting 2012 ontstaat samenvattend het volgende beeld:

A. Uitgaven

Totaal van de verhoging + € 27,981 miljoen

B. Ontvangsten

Totaal van de verhoging + € 20,000 miljoen

Ad A. Uitgaven

Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving

Inzet

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

DMO

CDC

Geh.

Nom.

Alg.

Centr App

Totaal

Begroting 2012 (incl. Nota v Wijz.)

204,5

650,9

1.242,9

699,1

372,1

1.813,6

1.059,2

5,3

146,9

202,7

1.476,0

7.873,0

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2012

27,1

19,4

22,6

– 8,3

13,5

– 4,5

73,3

– 0,3

48,0

21,0

23,4

235,2

Stand Voorjaarsnota 2012

231,6

670,3

1.265,5

690,8

385,6

1.809,1

1.132,5

5,0

194,9

223,7

1.499,4

8.108,2

B. Beleidsmatige wijzigingen:

0,0

     

0,6

   

62,9

– 0,6

72,9

135,8

Stand Miljoenennota 2013

231,6

670,3

1.265,5

690,8

385,6

1.809,7

1.132,5

5,0

257,8

223,0

1.572,3

8.244,1

Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2012

– 34,4

7,4

7,9

– 15,2

6,1

– 159,0

103,0

0,0

– 257,8

– 25,8

162,5

– 205,3

Stand Najaarsnota 2012

197,2

677,8

1.273,4

675,6

391,7

1.650,7

1.235,5

5,0

0,0

197,2

1.734,8

8.038,8

Nadere wijzigingen:

– 6,0

– 5,8

3,9

– 13,7

0,6

50,6

– 11,8

0,3

 

– 18,8

28,7

27,9

Stand slotwet 2012

191,2

672,0

1.277,3

661,9

392,3

1.701,2

1.223,6

5,3

0,0

178,4

1.763,5

8.066,7

opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het defensiebudget ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletoire begroting 2012, samenhangend met de Najaarsnota 2012, beïnvloeden, zijn:

Wijzigingen

1. Eindejaarsmarge

Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting betreffen de meeruitgaven € 27,9 miljoen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de uitsplitsing naar HGIS (minder uitgaven van – € 4,4 miljoen), veteranenbeleid (meer uitgaven van € 20 miljoen) en defensie overig (€ 13,8 miljoen). De meeruitgaven worden voor een groot deel gecompenseerd door de doorwerking van de meer ontvangsten van € 20,0 miljoen. Hiervan is € 17,1 miljoen van Defensie en € 2,9 miljoen HGIS.

Eindejaarsmarge Defensie exclusief HGIS en veteranenbeleid

Bedrag x € 1.000

Omschrijving

Totaal uitgaven

Saldo vrijgave najaarsnota

+ 102.645

Bijstelling (meer) uitgaven excl HGIS en veteranenbeleid

– 13.771

Bijstelling (meer) ontvangsten excl HGIS

+ 17.121

Totaal eindejaarsmarge Defensie

+ 105.995

Veteranenbeleid 2013

Omschrijving

Begroting 2012

Begroting 2013

Vrijgemaakt budget veteranenbeleid

110.000

 

Najaarsnota: compensatie loonheffing veteranenbeleid

73.000

 

Doorgeschoven naar 2013 met najaarsnota Veteranenbeleid

– 33.700

33.700

Totaal budget

149.300

33.700

Realisatie veteranenbeleid (schadeloosstelling)

169.317

Bijstelling (meer) uitgaven in 2012 veteranenbeleid

20.017

– 20.017

Totaal

0

13.683

Eindejaarsmarge HGIS

Bedrag x € 1.000

Omschrijving

Totaal uitgaven

Saldo vrijgave tweede suppletoire begroting

+ 28.400

Bijstelling (minder) uitgaven Crisisbeheersingsoperaties

+ 5.707

Bijstelling (meer) uitgaven Contributies

– 1.389

Bijstelling (minder) uitgaven Attachés

+ 81

Bijstelling (meer) ontvangsten

+ 2.879

Totaal eindejaarsmarge HGIS

+ 35.678

De bijstellingen hebben betrekking op de alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3. Artikelsgewijze toelichting.

2. Bijstelling (verrekenbare) ontvangsten

Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget bij hogere en/of lagere ontvangsten evenredig bijgesteld. Voor 2012 geldt na de tweede suppletoire begroting een bijstelling van totaal € 20,0 miljoen (inclusief ontvangsten HGIS + € 2,8 miljoen). Derhalve wordt het uitgavenbudget met dit bedrag verhoogd. De meer ontvangsten komen vooral voort uit de extra ontvangsten bij het beleidsartikel Defensie Materieel Organisatie uit de overige materiële ontvangsten en BTW ontvangsten (€ 8 miljoen). De overige bijstellingen hebben betrekking op alle defensieonderdelen en worden nader toegelicht onder B3. Artikelsgewijze toelichting.

3. Overhevelingen overige departementen

Dit betreft een overheveling van € 0,243 miljoen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu als bijdrage voor de milieueffecten van militaire luchthaven Eindhoven.

Ad B. Ontvangsten

Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de verschillende deelbudgetten en welk (eventueel afgerond) bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x € 1 miljoen):

Overzicht ontvangstenmutaties

Omschrijving

Inzet

CZSK

CLAS

CLSK

CKMar

DMO

CDC

Geh.

Nom.

Alg.

Centr App

Totaal

Begroting 2012 (incl NvW)

12,6

13,6

15,8

9,2

4,7

231,3

53,8

0,0

0,0

0,5

6,4

347,8

Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2012

     

0,4

   

55,0

   

10,4

0,2

Stand Voorjaarsnota 2012

12,6

13,6

15,8

9,6

4,7

231,3

108,8

0,0

0,0

10,9

6,6

413,8

Stand Miljoenennota 2013

12,6

13,6

15,8

9,6

4,7

231,3

108,8

0,0

0,0

10,9

6,6

413,8

Wijzigingen in samenhang met de Najaarsnota 2012

                       

1. Bijstelling Domeinen

         

– 11,4

– 22,0

       

– 33,4

2. Bijstelling overige ontvangsten

– 6,0

     

2,9

15,1

     

21,2

33,2

Najaarsnota 2012

6,6

13,6

15,8

9,6

7,6

219,9

101,9

0,0

0,0

10,9

27,8

413,6

Wijzigingen in samenhang met de Slotwet 2012

1,8

– 3,2

2,5

4,3

0,5

9,1

3,9

   

4,1

– 3,0

20,0

Stand slotwet 2012

8,4

10,4

18,3

13,9

8,1

229,0

105,8

0,0

0,0

15,0

24,8

433,6

Opmerking: afrondingsverschillen zijn mogelijk

Wijzigingen ontvangsten

De per saldo hogere ontvangsten (inclusief HGIS) die, volgens de regels van de budgetdiscipline, eveneens het uitgavenbudget met € 20,0 miljoen verhogen, vinden vooral hun oorzaak bij beleidsartikel Defensie Materieel Organisatie uit de overige materiële ontvangsten en BTW ontvangsten (€ 8 miljoen). De overige kleinere (meer) ontvangsten komen voort uit personele en materiële ontvangsten bij de defensieonderdelen.

Voor alle wijzigingen wordt voor een meer uitgebreide toelichting op de mutaties van de ontvangsten verwezen naar het gestelde in de artikelsgewijze toelichting.

B3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2012 is een norm gehanteerd. Op het niveau van (beleids)artikel worden in principe alleen de verschillen toegelicht die groter zijn dan, of gelijk zijn aan 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.

Beleidsartikel 20. Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties

Verplichtingen

De neerwaartse bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt – € 6,1 miljoen en houdt vooral verband met de lagere uitgaven.

Uitgaven

De realisatie van de totale uitgaven van het artikel inzet wijkt € 5,8 miljoen af ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

Diverse operaties en contributies (HGIS)

De HGIS realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 185,3 miljoen. Het verschil ten opzichte van de tweede suppletoire begroting bedraagt – € 4,3 miljoen. Dit verschil is opgetreden in minder uitgaven bij de diverse operaties (€ 5,7 miljoen) en houdt vooral verband met de NAVO-operatie Ocean shield. Daartegenover vallen de bijdragen aan contributies € 1,4 miljoen hoger uit.

Nationale Inzet en overige inzet

Voor de inzet van VPD’s is de realisatie – € 1,7 miljoen lager dan was voorzien ten tijde de tweede suppletoire begroting.

Ontvangsten

De HGIS-ontvangsten komen € 2,8 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012. Het betreft voornamelijk vorderingen op de partnerlanden voor de door Nederland verrichte diensten. De ontvangsten van de rederij voor de vergoeding van de inzet van VPD’s ter bestrijding van de piraterij in Somalië valt met € 1,1 miljoen lager uit als gevolg van minder inzet van VPD’s.

Beleidsartikel 21. Commando zeestrijdkrachten (CZSK)

Verplichtingen

De bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt € 1,7 miljoen en wordt veroorzaakt door meer aangegane verplichtingen binnen het budget van gereedstelling en inzet kustwachttaken.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn € 5,8 miljoen lager dan verwacht. Het betreft € 11 miljoen minder uitgaven voor gereedstelling (uitgaven voor toelages, voeding en brandstoffen) en lagere uitgaven voor instandhouding en informatievoorziening (€ 2,8 miljoen). Daarentegen zijn de uitgaven voor formatie € 8 miljoen hoger dan was voorzien bij 2e suppletoire begroting. In het laatste kwartaal 2012 is gemiddelde sterkte bij militair personeel gemiddelde 32 fte hoger dan ten opzichte van 3e kwartaal als gevolg van instroom.

Ontvangsten

De lagere ontvangsten van € 3,1 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn vooral het gevolg van lagere personele ontvangsten en diverse overige ontvangsten.

Beleidsartikel 22. Commando landstrijdkrachten (CLAS)

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen sluit aan bij de stand van de tweede suppletoire begroting 2012.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn € 3,8 miljoen hoger dan verwacht. Dit betreft hogere uitgaven voor formatie (€ 10,2 miljoen) door meer inzet van reservisten, de bijstelling van de eindejaarsuitkering voortkomend uit de CAO overleg. De financiering van de verhoging van de eindejaarsuitkeringen wordt mede mogelijk gemaakt door de tegemoetkoming van de verlenging van de arbeidsduur te versoberen (40 uur werken, wordt niet meer als 41 uur uitbetaald). Echter deze maatregel is pas per 1 december ingevoerd, waardoor de besparing pas later gerealiseerd wordt. Tegenover de hogere uitgaven formatie staan de neerwaartse bijstelling (– € 7 miljoen) van gereedstelling (voeding en oefentoelages) en instandhouding.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 2,5 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 betreffen extra materiële- en personele ontvangsten.

Beleidsartikel 23. Commando luchtstrijdkrachten (CLSK)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt € 48,5 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden benoemd zorgen mede voor lagere verplichtingen. Daarnaast zijn minder verplichtingen aangegaan voor overige exploitatie (opleidingen) en huisvesting en infrastructuur.

Uitgaven

De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn € 13,7 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door lagere uitgaven voor instandhouding doordat een contract voor reservedelen niet tijdig kon worden afgesloten. De lagere uitgaven voor gereedstelling betreffen getankte brandstof in het buitenland, overige oefenkosten, het verbruik van klein kaliber munitie en uitgekeerde oefentoelagen.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 4,3 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 hebben vooral betrekking op meerontvangsten voor medegebruik van vliegvelden, personele ontvangsten en ontvangsten voor geneeskundige zaken.

Beleidsartikel 24. Commando Koninklijke marechaussee (CKmar)

De realisatie van verplichtingen is € 3,2 miljoen lager dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting door het neerwaarts bijstellingen van de verplichtingen vanwege gewijzigde overeenkomsten, afbouw of vrijgave van het restant aan verplichtingen.

De realisatie van de uitgaven en ontvangsten laten geen noemenswaardige verschillen zien ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012.

Beleidsartikel 25. Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget is € 238 miljoen hoger dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting als gevolg van een tijdige verwervingsprocedure.

Het betreft onder meer de grote projecten Genie- & doorbraak tanks (€ 80 miljoen), Modificatie SMART L Radarsystemen (€ 105 miljoen); versimpeling project GPW Boxer (€ 28 miljoen) en diverse Foreign Military Sales projecten, waaronder upgrade MK48 (€ 59 miljoen). Daarentegen zijn er minder verplichtingen aangegaan voor onderhoud en wapensystemen en operationele zaken (– € 25 miljoen) en infrastructurele aanpassingen (– € 9 miljoen).

Uitgaven

De realisatie is € 50,6 miljoen hoger ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. De opbouw hiervan wordt hieronder toegelicht.

Investeringen

Het verschil tussen de totale investeringsraming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt € 83 miljoen. Enerzijds is dit het gevolg van het versimpeling van het project GPW Boxer (€ 67 miljoen) en diverse kleine investeringsprojecten (€ 54 miljoen) waardoor er meer in 2012 is gerealiseerd. Anderzijds is de afwijking het gevolg van de vertraging in de aflevering van de projecten IGV plus training (– € 14 miljoen) en Genie- & doorbraak tanks (– € 24 miljoen).

Logistieke ondersteuning DMO bedrijven

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt – € 25 miljoen. Deze lagere realisatie is vooral het gevolg van lagere uitgaven voor onderhoud wapensystemen en operationele zaken.

DMO Staf en Ondersteuning operationele diensten

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt – € 8 miljoen en wordt vooral veroorzaakt door minder uitgaven voor huisvesting en infrastructurele aanpassingen.

Ontvangsten

Exploitatie

Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt € 9,1 miljoen. Het verschil wordt veroorzaakt door het hoger uitvallen van de verkoopopbrengsten via Domeinen (€ 1,3 miljoen) en de overige materiële en BTW ontvangsten (€ 7,8 miljoen).

Beleidsartikel 26. Commando DienstenCentra (CDC)

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt per saldo € 39 miljoen. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het budget voor instandhouding van vastgoed.

Uitgaven

De totale realisatie van het CDC is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting € 11,8 miljoen lager uitgevallen.

Programma-uitgaven,

De realisatie bij dienstverlenende eenheden is € 4,5 miljoen lager doordat er minder uitgaven zijn gedaan voor aanvulling van strategische voorraden geneesmiddelen (€ 3,0 miljoen). Voor afstotingskosten onroerend goed is € 1,0 miljoen minder uitgegeven door vertragingen in het verkopen van onroerend goed.

De investeringen Informatievoorziening zijn voor € 7,1 miljoen niet gerealiseerd. Het betreft de projecten Legacy ERP, EKMS en DEFCERT.

Apparaatuitgaven

De realisatie apparaatuitgaven is € 1,0 miljoen lager dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting.

Ontvangsten

Domeinenopbrengsten en overige ontvangsten

Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt € 3,9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een hogere ontvangst van de baten-lastendienst Ivent voor verrekening van inzet van personeel (€ 1,3 miljoen). Daarnaast zijn meerdere kleine meerontvangsten gerealiseerd (totaal € 2,0 miljoen).

Niet-beleidsartikel 90. Algemeen

Verplichtingen

De per saldo verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt € 5,7 miljoen. Dit betreft vooral de aangegane verplichtingen investeringen wetenschappelijk onderzoek en NAVO-bijdragen.

Uitgaven

Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de realisatie bedraagt – € 18,8 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt door € 14,7 miljoen minder uitgaven voor investeringen NAVO (3e Call for contributies en ACCS milestone betalingen zijn doorgeschoven naar 2013) en NAVO bijdrage AWACS exploitatie. Ook betreft het € 3,7 miljoen minder uitgaven voor overige exploitatie.

Ontvangsten

Het verschil tussen de raming van de tweede suppletoire begroting en de realisatie bedraagt € 4,0 miljoen. De hogere ontvangsten worden gerealiseerd door de tegemoetkomingen vanuit de NAVO-bijdragen.

Niet-beleidsartikel 91. Centraal Apparaat

Verplichtingen

De verplichtingen vallen € 26,1 miljoen hoger uit dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor de hogere verplichtigen.

Uitgaven

De uitgaven komen € 28,7 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting onder meer doordat voor de ereschuld veteranen meer uitkeringen dan gepland zijn uitgekeerd (€ 20 miljoen). Daarnaast zijn de decemberbetaling pensioenen en de opbouw kapitaaldekking pensioenen hoger dan verwacht (€ 17,6 miljoen). Hiertegenover staan minder uitgaven bij wachtgelden (€ 3 miljoen) en minder uitgaven voor de exploitatie bij de bestuurstaf (€ 5 miljoen).

Ontvangsten

De realisatie van de personele ontvangsten bedraagt € 2,9 miljoen minder dan was geraamd bij de tweede suppletoire begroting.

Baten-lastendiensten

Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto

In de eerste en tweede suppletoire begroting 2012 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie, zijnde de zogenoemde slotwetmutaties, is derhalve gelijk aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van het jaarverslag 2012. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletoire begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemd jaarverslag 2012.

Naar boven