A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond
van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet
vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om
voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Nationale
Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze
memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem
B. BEGROTINGSTOELICHTING
Over het algemeen wordt de slotwetmutatie voor elk begrotingsartikelonderdeel toegelicht
voor zover dit verschil groter is dan 5% en daarnaast groter is dan € 2,5 mln. van
het beschikbare bedrag na tweede suppletoire begroting.
Beleidsartikelen
Beleidsartikel 1 Financiering Staatsschuld
Toelichting
Uitgaven
Rentelasten vaste schuld (– € 64,9 mln.)
De lagere rentelasten worden grotendeels verklaard door de effectief gerealiseerde
rente die lager was dan de rekenrente.
Aflossing vaste schuld (+ 3.158,2 mln.)
Er is meer vervroegd afgelost dan geraamd. Hierdoor is de aflossing vaste schuld hoger
geworden.
Mutaties vlottende schuld (– € 2.957 mln.)
Vanwege een hoger kastekort is de vlottende schuld minder gedaald dan geraamd.
Ontvangsten
Uitgifte vaste schuld (+ € 359,3 mln.)
De gerealiseerde volumes bij de veilingen zijn nooit exact gelijk aan de geplande
uitgiftevolumes van het financieringsplan. Daarom is de uitgifte vaste schuld uiteindelijk
iets hoger uitgekomen dan de raming.
Beleidsartikel 2 Kasbeheer
Uitgaven
Rentelasten (– € 3,2 mln.)
De rentelasten vanwege de rekening-courant saldi zijn lager uitgevallen dan geraamd.
Dit is het gevolg van de gedaalde rentestanden in combinatie met lagere saldi op rekening-courant.
Verstrekte leningen (+ 523,1 mln.)
Zowel de verstrekte leningen als de afgeloste leningen zijn hoger uitgevallen dan
bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd.
Mutaties in rekening-courant (+ € 80,9 mln.)
Deelnemers aan het schatkistbankieren houden via een rekening-courant tegoed en/of
deposito hun middelen aan in de schatkist. Een daling van het rekening-courant saldo
of van de aangehouden middelen in deposito vormt een uitgave voor het Rijk, omdat
minder middelen in de schatkist worden aangehouden. Ten opzichte van de raming ten
tijde van de tweede suppletoire begroting zijn de uitgaven iets hoger uitgevallen.
Dit komt doordat deelnemers aan schatkistbankieren minder tegoeden zijn gaan aanhouden
in de vorm van rekening-courant tegoed en/of deposito’s.
Ontvangsten
Rentebaten (– € 10,5 mln.)
De rentebaten liggen voor het grootste deel vast, omdat het leeuwendeel van de rentebaten
betrekking heeft op in eerdere jaren afgesloten leningen. De gerealiseerde rentebaten
wijken licht af van de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting.
Ontvangen aflossingen (+ € 541,5 mln.)
Zowel de verstrekte leningen als de afgeloste leningen zijn hoger uitgevallen dan
bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd.