33 597 Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid, alsmede regeling van diverse andere onderwerpen

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUW

Ontvangen 12 maart 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I komt onderdeel M als volgt te luiden:

M

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt na «het openbaar lichaam» ingevoegd: of de bedrijfsvoeringsorganisatie.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop ten minste eenmaal per jaar aan de raden van de deelnemende gemeenten door het bestuur van het openbaar lichaam, de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan een verslag wordt overgelegd omtrent de kosteneffectiviteit, de activiteiten rondom het bevorderen van de integriteit van het bestuur en de betrokkenheid van de raden.

II

Na onderdeel M wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ma

Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van een regeling wordt de regeling door de raden van de deelnemende gemeenten geëvalueerd in een evaluatiedebat.

Toelichting

Met dit amendement wordt geregeld dat over een regeling na inwerkingtreding elk jaar verslag wordt gedaan aan de deelnemers. Dit doet niets af aan de al bestaande individuele inlichtingenplicht van de vertegenwoordiger van de gemeente (of provincie of waterschap) in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Het beoogt enkel de externe verantwoordingsrelatie te versterken. Het doel van de jaarlijkse rapportageplicht en het vijfjaarlijks evaluatiedebat – waarin dit amendement tevens voorziet – is een natuurlijk evaluatiemoment te bieden om te bezien in hoeverre het openbaar lichaam, de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan nog voldoet aan eisen van nut en noodzaak, zich richt op de kerndoelen, kosten effectief is en in welke mate de deelnemers betrokken zijn. De kosteneffectiviteit ziet met name op het financieel beheer en de mate waarin de gepercipieerde reductie van kosten ook daadwerkelijk plaatsvindt door de samenwerking. In het verslag staat voor wat betreft de integriteit van het bestuur hoe dit geborgd wordt, bijvoorbeeld aan de hand van een integriteitsstatuut, vermelding van aanwezigheid van de leden van het bestuur of controle door een rekenkamer(commissie). Eens in de vijf jaar vindt evaluatie van de regeling plaats door de deelnemende gemeenteraden (of door de deelnemende provinciale staten of door de deelnemende verenigde vergaderingen van de waterschappen), waarbij de jaarlijkse verslagen als basis kunnen dienen.

Schouw

Naar boven