33 578 Eerstelijnszorg

Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2022

Ter voorbereiding op het Commissiedebat van 15 november 2022 over Sociaal domein en Bestuursakkoorden BES informeer ik u met deze brief over mijn besluit om het Bonaire Laboratorium (Bonlab) voor 2023 voor de klinische laboratoriumzorg niet langer een zorgovereenkomst aan te bieden. Dit besluit is gemaakt op basis van verschillende adviesrapporten die de laatste jaren zijn opgesteld ten aanzien van de laboratoriumvoorzieningen op Bonaire.1

Op dit moment zijn er twee volledig uitgeruste laboratoria op het eiland. Bonlab, een overheids-NV waar de Bonaire Holding Maatschappij (BHM) de enige aandeelhouder is, verzorgt de laboratoriumtaken ten behoeve van de publieke gezondheid en heeft daarnaast met Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) een contractrelatie voor de klinische laboratoriumzorg voor de eerstelijnsdiagnostiek. Daarnaast is er het laboratorium dat hoort bij het ziekenhuis Fundashon Mariadal (FM), dat ook naast de klinische laboratoriumzorg ten behoeve van de eerstelijnsdiagnostiek de klinisch chemische en microbiologische diagnostiek verzorgt voor de tweedelijnszorg.

Uit de adviesrapporten komt naar voren dat Bonaire in vergelijking met Curaçao, Aruba, St. Maarten en Europees-Nederland een substantieel hoger aandeel eerstelijnsdiagnostiek kent. De kosten voor de laboratoriumzorg zijn per inwoner hierdoor relatief hoog. Daarnaast blijkt uit deze rapporten dat het aantal ingezette medewerkers hoog is in relatie tot de totale geleverde laboratoriumproductie. Ten slotte is sprake van overcapaciteit van apparatuur en gebouwen. De leidende conclusie van het PWC rapport is geweest dat de instandhouding van de huidige faciliteiten niet verantwoord is. De huidige inefficiënte inzet van gebouwen, personeel en apparatuur voor huidige productie leidt, aldus PWC, tot onverantwoord hoge kosten voor laboratoriumzorg Bonaire. Ik ben het met deze conclusie eens.

De oplossing die de rapporten hebben aangedragen is het toewerken naar eén centrale laboratoriumvoorziening met borging van de continuïteit en beschikbaarheid. Deze oplossing is het uitgangspunt geweest in de gesprekken die mijn voorgangers en ik afgelopen jaren heb gevoerd met de betrokkenen. Gesprekken over de samenwerking tussen Bonlab en FM hebben niet geleid tot daadwerkelijke samenwerking. Derhalve heb ik besloten de contractrelatie met Bonlab per 1 januari 2023 te beëindigen en heb ik voorgesteld dat we bestuurlijke afspraken maken met alle betrokken partijen om de klinische laboratoriumzorg van Bonlab onder te brengen bij FM.

De rapporten dringen ook aan op het terugdringen van overdiagnostiek in de eerste lijn. Dit kan bijvoorbeeld door integratie van informatievoorziening laboratoria (standaardisatie coderingen, totaalinzicht per patiënt) en het standaardiseren van het aanvraagproces (bijvoorbeeld met behulp van een probleem-gestuurd-aanvraagformulier). Dit dringt het aandeel onnodige of niet relevante onderzoeken terug.

Hoewel het besluit tot contractbeëindiging inmiddels bijna een jaar geleden is medegedeeld aan Bonlab en BHM, is het nog niet gelukt om in gesprek te komen over de daadwerkelijke uitvoering ervan. Het uitblijven van een definitief standpunt van het Bestuurscollege (BC) over de positie van Bonlab speelt hier een grote rol in. Omdat tot die tijd geen inhoudelijke gesprekken gevoerd konden worden over de toekomst van Bonlab, is in augustus 2022 aan het BC gevraagd om Bonlab en BHM mandaat te geven om de gesprekken te voeren. Uiteindelijk heeft het BC in oktober 2022 in een brief aan mij laten weten het standpunt te hebben dat twee laboratoria op Bonaire noodzakelijk zijn.

Op 21 november 2022 continueer ik het gesprek met het BC over de toekomstige organisatie van de laboratoriumzorg op Bonaire. Afgesproken is om de volgende zaken te bespreken: hoe organiseer je bij een eventuele calamiteit of pandemie de continuïteit van de laboratoriumzorg; hoe borg je de publieke gezondheidstaken; hoe garandeer je de kwaliteit van de dienstverlening en hoe kan deze zorg rationeler georganiseerd worden waarbij gekeken moet worden naar de overcapaciteit en mogelijkheden tot (niet vrijblijvende) samenwerking.

Ik realiseer me dat het besluit tot contractbeëindiging veel vragen en onrust oproept. Aangezien het voeren van het gesprek over deze vragen tijd kost, ben ik bereid om te komen tot een redelijke transitieperiode. Ik denk daarbij aan een periode van een half jaar. Wel ga ik er dan vanuit dat het gesprek over het verbeteren en efficiënter inrichten van de laboratoriumzorg daadwerkelijk gevoerd wordt. Ik reken daarbij op het commitment van het BC.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Lab Consult, 2012.

PWC, 2016.

Lab Consult, 2018.

Naar boven