33 573 Tijdelijke regels voor experimenten met stembiljetten en een centrale stemopneming (Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming)

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Ontvangen ter Griffie op 7 oktober 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 4 november 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 5 november 2014.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2014

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit tot wijziging van het Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met het vervoer van de stembescheiden en de zitting van het gemeentelijk stembureau bij het experiment met centrale stemopneming1.

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 3, derde lid, van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (Stb. 2013, nr. 240). Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een eensluidende brief heb ik gezonden naar de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven