33 567 Oprichting Stichting Antonie van Leeuwenhoek-terrein (Stichting AL-terrein)

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 27 februari 2013

De wens over de voorgenomen rechtshandeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 29 maart 2013

Het oordeel dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging bij de wet behoeft kan door een van beide Kamers worden uitgesproken uiterlijk op 29 maart 2013 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2013

Met mijn brief van 2 juli 2012 heb ik u geïnformeerd over de gerealiseerde verkoop van de productiefaciliteiten en -diensten te Bilthoven van het Nederlands Vaccin Instituut1. Als gevolg van deze verkoop functioneert de koper, Bilthoven Biologicals B.V., thans onder de paraplu van de milieuvergunning op hoofdzaken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (verder RIVM) voor het produceren op het desbetreffende Antonie van Leeuwenhoek – terrein te Bilthoven. Dit type vergunning biedt een ruime mate van flexibiliteit in de bedrijfsvoering want ontslaat gebruikers van de vergunning van de verplichting voor iedere afzonderlijke mutatie een separate vergunning te hoeven aanvragen, zolang en voor zover de vergunninghouder zich ervan verzekert dat de bedrijfsvoering zich binnen de grenzen van de vergunning af blijft spelen. Continuering van deze vergunning is daarom van groot belang voor een ononderbroken bedrijfsvoering, zowel voor het RIVM en de overige aldaar werkzame onderdelen van het rijk als voor de private vaccinproducent Bilthoven Biologicals B.V.

Zonder wijziging van de vergunningssituatie is de minister van VWS verantwoordelijk voor milieuconsequenties van de productie, diensten- en faciliteiten van deze private partij. Een dergelijke verantwoordelijkheid zonder zeggenschap leidt tot aanzienlijke risico’s in de sfeer van (financiële) aansprakelijkheid. Het continueren van het vergunninghouderschap door het RIVM is derhalve ongewenst. Onderzocht is hoe overdracht door het RIVM van de vergunning aan een andere rechtspersoon dit bezwaar weg kan nemen onder gelijktijdig behoud van de positieve kanten van de betreffende vergunning. Gebleken is dat oprichting van een stichting die gaat functioneren als vergunninghouder hiertoe de aangewezen en feitelijk enige mogelijkheid is.

Met deze brief breng ik u op de hoogte van mijn voornemen tot het oprichten van de Stichting Antonie van Leeuwenhoek-terrein die het vergunninghouderschap van het RIVM overneemt. Hiermee geef ik uitvoering aan artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001. Zoals voorgeschreven in artikel 96, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 heeft overleg met de Algemene Rekenkamer plaatsgevonden. Daarnaast zijn er op ambtelijk niveau gesprekken geweest met het ministerie van Financiën in het kader van de correcte invulling van het Stichtingenkader. Het advies van de Algemene Rekenkamer is als bijlage toegevoegd, evenals de concept oprichtingsakte van de stichting2.

Hieronder ga ik in op de belangrijkste punten van de Algemene Rekenkamer.

Ministeriële verantwoordelijkheid

Het College van de Algemene Rekenkamer geeft aan dat de minister van VWS verantwoordelijk is voor de wijze waarop aan de toebedeelde bevoegdheden invulling gegeven wordt. Het College voegt daaraan toe van mening te zijn dat de minister van VWS bovendien verantwoordelijk is om te blijven volgen of het publieke belang waarvoor de stichting is opgericht voldoende gewaarborgd wordt.

Ik deel de mening dat de minister van VWS verantwoordelijkheid draagt voor het ontwerpen en doorvoeren van een nieuwe, werkbare bestuurlijk-juridische constructie voor het beheer van de eerder aan het RIVM verleende milieuvergunning voor het terrein waarop sinds kort behalve rijksonderdelen nu ook een private partij functioneert. Het daartoe statutair verankeren van de randvoorwaarde dat de minister van VWS de voorzitter van de voorgestane stichting benoemt, respectievelijk van de randvoorwaarde dat de minister van VWS eventuele wijzigingen van de statuten tevoren dient goed te keuren, zijn in dit verband essentiële elementen.

De benoeming van een ambtenaar als voorzitter

Het College geeft aan het vanwege het risico op loyaliteitsconflicten niet wenselijk te vinden, anders dan bij hoge uitzondering, dat ambtenaren deel uitmaken van het stichtingsbestuur. Het College stelt in dit verband een bijzondere argumentatie noodzakelijk te vinden indien vastgehouden wordt aan de figuur van een ambtenaar in het stichtingsbestuur. Hierbij zij aangetekend dat de ontwerp-statuten in het geheel niet dwingen tot de benoeming van een ambtenaar in het stichtingsbestuur.

Het benoemen van een ambtenaar als voorzitter van de stichting voor de periode dat het RIVM nog feitelijk kantoor houdt te Bilthoven acht ik evenwel van doorslaggevend belang voor de adequate overdracht van het vergunninghouderschap vanuit het RIVM naar de stichting en voor een direct aansluitend en voortgaand evenwichtig beheer van de onderhavige vergunning. Een ongestoorde bedrijfsvoering van het RIVM (en de overige rijksdiensten op het terrein) tijdens en na de overdracht van de vergunning in combinatie met het uitzuiveren van aansprakelijkheidsrisico’s vormen samen de drijfveer achter de voorgestane aanpak.

De bevoegdheid van de minister van VWS om de voorzitter te benoemen vervalt overigens zodra geen rijksonderdelen feitelijk kantoor houden op het Antonie van Leeuwenhoek – terrein. Op dat moment vervalt ook de bevoegdheid van de minister van VWS inzake wijziging van de statuten.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 32 589, nr. 5

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven