Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 8 augustus 2011 en het nader rapport d.d. 29 november 2012,
aangeboden aan de Koningin door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 15 juni 2011, no. 11.001421, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën,
bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging
aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
der Filipijnen inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken; Manilla,
4 februari 2011 (Trb. 2011, 67), met toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 15 juni 2011, nr. 11.001421,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 8 augustus 2011, nr. W06.11.0213/III/K, bied ik U hierbij aan.
Het verdrag ziet op het verlenen van wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring
van het verdrag maar plaatst daarbij een kanttekening.
Het verdrag geldt niet alleen voor het in Europa gelegen deel van Nederland, maar
ook voor Curaçao, Sint Maarten, Aruba en de in het Caribische deel van Nederland gelegen
BES-eilanden.1 De toelichtende nota geeft echter op diverse plaatsen2 alleen een toelichting op de situatie in «Nederland», dat wil zeggen op de situatie
in het in Europa gelegen deel van Nederland.
De Afdeling adviseert de toelichtende nota op bedoelde plaatsen aan te vullen met
een toelichting op de situatie in de andere delen van het Koninkrijk.
Gevolg gevend aan het advies van is de toelichting bij artikel 1, 16, 17 en 18 nader
aangevuld met een toelichting op de situatie specifiek in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Tevens is artikel 19 nader toegelicht.
Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de toelichting bij onder andere paragraaf
1 redactioneel aan te passen.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging
goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal
en aan de Staten van Curaçao, aan die van Sint Maarten en aan die van Aruba, nadat
aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
H.D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij te machtigen
gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende
nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint
Maarten.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans