Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, tweede lid, wordt «Den Haag» vervangen door: Utrecht.
B
Artikel 47, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. De zinsnede «artikel VIIIb, onder C, van die wet» wordt vervangen door: artikel
VIIIa, onderdeel E, van die wet.
b. De zinsnede «vervangen door:» wordt vervangen door: telkens vervangen door:.
C
Aan het in artikel 51, onderdeel P, voorgestelde artikel 49, eerste lid, wordt een
volzin toegevoegd, luidende: De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur
wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
D
In artikel 61 wordt de zinsnede «In het eerste» vervangen door: In het tweede.
E
In artikel 63 wordt de zinsnede «artikel 54, eerste lid» vervangen door: artikel 54,
derde lid.
Toelichting
Na indiening van het wetsvoorstel is een aantal mogelijke verbeteringen in de tekst
van het wetsvoorstel opgekomen. Het betreft merendeels actualiseringen en correcties
van ondergeschikte aard, onderdeel C betreft een – beperkte – meer inhoudelijke wijziging.
Onderdeel A: inmiddels is het voornemen het hoofdkantoor van de Kamer feitelijk in
Utrecht te gaan vestigen. De om formeel juridische redenen in het wetsvoorstel opgenomen
vestigingsplaats van de rechtspersoon wordt daarmee in overeenstemming gebracht.
Onderdeel B: actualiseert de samenloopbepaling naar aanleiding van wijziging van het
initiatiefwetsvoorstel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en de inwerkingtreding
van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht. Voorkomen wordt dat er een verkeerde verwijzing
ontstaat indien zowel het wetsvoorstel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
als dit wetsvoorstel wet worden, maar eerstgenoemde later in werking treedt.
Onderdeel C: naar aanleiding van de vragen in het verslag van de Kamer op het punt
van de inschrijfvergoeding wordt voorgesteld de algemene maatregel van bestuur waarmee
in de toekomst eventueel besloten zou worden een inschrijfvergoeding in te gaan voeren
te onderwerpen aan een zogenoemde voorhangprocedure. Aldus wordt voldoende betrokkenheid
van de Kamers bij een besluit tot invoering wettelijk geborgd.
Onderdeel D en E: herstel van verwijzing naar onjuiste artikelleden.
De nota wordt uitgebracht mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst.
De minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp