33 546 EU-voorstel: Het vierde spoorpakket COM (2013) 25

Nr. 4 MOTIE VAN HET LID HOOGLAND C.S.

Voorgesteld 21 maart 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het vierde spoorpakket verordeningen bevat over de personenvervoermarkt op het spoor die directe werking zullen gaan hebben, waarop het parlement een subsidiariteitsoordeel kan geven vóór 3 april;

constaterende dat de voorstellen over marktwerking de ruimte voor lidstaten om eigen keuzes te maken ten aanzien van de gunning van het spoorvervoer geheel ontnemen door het verplicht aanbesteden en opknippen in tenminste drie delen van het spoorwegnet in elke lidstaat;

constaterende dat de te korte overgangstermijnen onevenredig ingrijpen in de lopende procedure voor een nieuwe concessie voor het hoofdrailnet;

verzoekt de Voorzitter van de Tweede Kamer, dit subsidiariteitsoordeel van het parlement middels de bijgevoegde brief1 kenbaar te maken aan de Europese Commissie;

verzoekt de Voorzitter van de Tweede Kamer tevens, de argumenten van de verschillende fracties zoals die zijn geïnventariseerd door de Griffie, als bijlage toe te voegen en te zorgen dat deze brief vóór 3 april Brussel bereikt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hoogland

Van Tongeren

Bashir

Klein

Ouwehand

Dik-Faber


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatie Punt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Naar boven