33 541 Wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID KLEIN

Ontvangen 25 juni 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel FFF, eerste lid, wordt «vijftig procent van het totaal van de budgetten, bedoeld in artikel 2.149, eerste lid, onderdelen a en b, en dertig procent van het totaal van de budgetten, bedoeld in artikel 2.149, eerste lid, onderdelen c en d» vervangen door: dertig procent van het totaal van de budgetten, bedoeld in artikel 2.149, eerste lid, onderdelen a tot en met d.

Toelichting

Door de ledenaantallen niet langer te gebruiken als grondslag voor de bekostiging, en het garantiebudget voor de omroepen te verlagen ten gunste van de centrale regie, wil de regering bewerkstelligen dat de competitie tussen de omroepen zich richt op het vervaardigen van «mooie programma’s», in plaats van op het halen van zoveel mogelijk leden. De regering stelt dat niet meer de individuele belangen van de omroepen voorop staan, maar het belang van een goede en aansprekende totaalprogrammering. Het belang van de landelijke publieke omroep als geheel zou voorop moeten staan.

Indiener is van mening dat de individuele omroepverenigingen voor een zeer grote uitdaging staan, om hun identiteit en eigen geluid ook overeind te houden in het nieuwe omroepbestel. Omroepen moeten daarvoor dan wel maximaal gefaciliteerd worden. Door dit amendement blijf het garantiebudget voor de omroepverenigingen, zoals nu het geval is, op 70%.

Dit amendement regelt derhalve dat het programmabudget voor de versterking van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst 30% blijft bedragen van de budgetten van de omroepverenigingen/-organisaties, bedoeld in artikel 2.149, eerste lid, onder a en b, in plaats van de voorgestelde 50%. Hierdoor blijft het garantiebudget van 70% voor de omroepverenigingen behouden.

Klein

Naar boven