33 531 Structuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 13 oktober 2014.

De wens dat over de structuurvisie overleg gewenst wordt kan door of namens de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 10 november 2014.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2014

In mijn brief van 29 januari 2013 stelde ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, in kennis van de startbeslissing van het kabinet om een rijksstructuurvisie op te stellen over de samenhangende ontwikkeling van de rijkswateren Grevelingen en Volkerak-Zoommeer (Kamerstuk 33 531, nr. 1).

De aanleiding voor de rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer (RGV) is onder meer de verslechtering van de water- en natuurkwaliteit van deze bekkens (zuurstofloosheid Grevelingen en blauwalgenplagen Volkerak-Zoommeer).

Mede hierdoor worden de economische potenties van recreatie en toerisme, van de schelpdiersector en van duurzame (getijden)energie onvoldoende benut.

Voor de samenhangende aanpak van deze problematiek is inmiddels, in nauwe samenspraak met de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta en de (andere) stakeholders in het gebied, een ontwerprijksstructuurvisie opgesteld. Hierin is de wenselijkheid en haalbaarheid bezien van:

  • beperkt getij terug op de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer (VZM) voor de verbetering van de water- en natuurkwaliteit en voor de betere benutting van de economische potenties van beide bekkens. Het nu zoete VZM wordt daardoor weer zout.

  • waterberging op de Grevelingen voor de versterking van de waterveiligheid van de Rijn-Maasdelta.

Hierbij informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, over de uitkomsten van de ontwerpRGV. De ontwerpRGV is bij deze brief gevoegd1, evenals het bijbehorende MER en de MKBA2.

Uitkomsten ontwerpRGV

Uit de ontwerpRGV komt naar voren dat:

  • er geen zicht is op autonome verbetering van de waterkwaliteit van de Grevelingen. Vanaf 2025 neemt de kans significant toe dat de problematiek van de zuurstofloosheid, die nu nog beperkt blijft tot de diepere delen van de Grevelingen, zich doet gelden over de gehele waterkolom. Dat raakt niet alleen de waterkwaliteit en de natuur, maar ook economische functies zoals de (schelpdier)visserij en recreatie en toerisme.

    Het terugbrengen van beperkt getij op de Grevelingen via een doorlaat in de Brouwersdam, biedt de meest duurzame en robuuste oplossing voor deze problematiek. Hiermee wordt ook ruimte geboden aan private partijen voor de opwekking van duurzame getijdenenergie.

  • sinds de afsluiting door de Oesterdam en de Philipsdam er geen sprake meer is van getij op het VZM. Het oorspronkelijk zoute watersysteem is door de aanvoer van rivierwater zoet geworden. Door de overmaat aan voedingsstoffen in het aangevoerde rivierwater heeft het VZM al lange tijd te kampen met onder meer blauwalgenplagen. De afgelopen jaren is sprake van een lichte verbetering van de waterkwaliteit door de dalende nutriëntenbelasting (uitvoering Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn) en door de vestiging van de Quaggamossel. Het is echter nog onduidelijk of deze kwaliteitsverbetering zich doorzet tot een op termijn «duurzaam zoet watersysteem». Afgelopen zomer bijvoorbeeld was er toch weer sprake van blauwalgenplagen, waardoor de inname van water uit het VZM voor de zoetwatervoorziening van de landbouw tijdelijk moest worden stilgelegd.

    De waterkwaliteit van het VZM kan duurzaam worden verbeterd door de aanleg van een doorlaat in de Philipsdam. Hierdoor komt vanuit de Oosterschelde beperkt getij terug op het VZM en wordt dit bekken weer zout.

  • conform de uitgevoerde MKBA de kosten die zijn gemoeid met het terugbrengen van beperkt getij op de Grevelingen en het weer zout maken van het VZM (inclusief de alternatieve zoetwatervoorziening die dan nodig is) worden geraamd op ca. 350 miljoen euro (inclusief BTW).

  • het terugbrengen van beperkt getij op de Grevelingen volgens deze MKBA een negatieve kosten-batenverhouding kent, terwijl deze voor het weer zout maken van het VZM positief is.

  • de baten voor de regio bevestigd worden door een regionale economische effectstudie (REES). Deze studie maakt onderdeel uit van de MKBA.

  • waterberging op de Grevelingen niet kosteneffectief is ten opzichte van dijkversterking langs het Haringvliet en het Hollandsch Diep.

  • de uitkomsten van de ontwerpRGV verenigbaar zijn met de Deltabeslissingen van het kabinet.

Regionale Programma Gebiedsontwikkeling Grevelingen en VZM

Regio en rijk hechten belang aan een ecologisch veerkrachtige en economisch vitale Zuidwestelijke Delta. Op de rijksbegroting zijn echter door de noodzaak van scherpe prioritering onvoldoende middelen beschikbaar voor de uitvoering van het ontwikkelperspectief in de RGV. Daarom is onder regie van de betrokken provincies parallel aan de RGV het Programma Gebiedsontwikkeling Grevelingen en VZM gestart, vanwege de baten die de regio voorziet van beperkt getij terug op de Grevelingen en een weer zout VZM. Hierin zijn met inschakeling van de markt innovatieve bekostigingsmogelijkheden bezien, inclusief de mogelijkheden van kostenoptimalisatie en -besparing.

Overleg Stuurgroep Zuidwestelijke Delta

Over de uitkomsten van de RGV en het regionale gebiedsontwikkelingsprogramma heb ik op 2 juli jl. gesproken met de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta.

Daarbij is afgesproken dat, gelet op het brede maatschappelijke draagvlak, de regionale baten en de bereidheid van de regio tot medebekostiging van de uitvoering van de RGV en de verantwoordelijkheid van het Rijk voor een goede water- en natuurkwaliteit, in de RGV een ontwikkelperspectief wordt opgenomen dat zicht biedt op getij terug op de Grevelingen en een weer zout VZM.

Omdat er nog een inspanning nodig is voor de dekking van de kosten van de hiervoor benodigde maatregelen, wordt hieraan de randvoorwaarde verbonden dat binnen één jaar na de bekendmaking van de ontwerpRGV tot een robuuste financiering van de maatregelen wordt gekomen (d.i. eind 2015). Hiertoe starten regio en Rijk een gezamenlijk programma Gebiedsontwikkeling 2e fase.

Mocht het niet lukken om de robuuste financiering te regelen van de maatregelen die nodig zijn voor getij terug op de Grevelingen en een weer zout VZM, dan beperkt de bijdrage aan het ontwikkelperspectief van Grevelingen en VZM zich (vooralsnog) tot de uitvoering van de eerder met de stuurgroep afgesproken en financieel gedekte «altijd goed»-maatregelen «Flakkeese Spuisluis» en «Roode Vaart» en de uitvoering van de deltabeslissing Zoetwater.

De afspraken die regio en Rijk met elkaar kunnen maken over de uitvoering van de RGV en de organisatiestructuur die daarvoor nodig is, worden vastgelegd in een bestuursovereenkomst.

Regio en Rijk zijn het er over eens dat waterberging op de Grevelingen niet nodig is voor de waterveiligheid van de Rijn-Maasdelta.

Vervolg RGV

Aansluitend aan deze brief wordt de ontwerpRGV bekendgemaakt. Hiermee start de zienswijzenprocedure. De ingebrachte zienswijzen zullen worden betrokken bij de vaststelling van de definitieve RGV. Uw Kamer zal daarover worden geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven