33 529 Gaswinning

Nr. 991 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2022

Tijdens het debat van 9 februari jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 48, Debat over de gaswinning in Groningen) heb ik twee toezeggingen gedaan aan uw Kamer. Met deze brief geef ik daar invulling aan. Eerst zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van de ombouw van de negen grootste afnemers van laagcalorisch gas in Nederland. Hiermee kom ik tegemoet aan de toezegging aan de leden Boulakjar (D66) en Van Raan (Partij voor de Dieren) om u te informeren over de ontstane vertraging bij de ombouw van grootverbruikers en wat de mogelijkheden zijn deze te beperken. Daarna informeer ik uw Kamer over de hoeveelheid gas die achter blijft in de bodem, waarmee ik in ga op een toezegging aan Groep Van Haga.

Ombouw van de negen grootste afnemers van laagcalorisch gas

Voor de negen grootste afnemers van laagcalorisch gas in Nederland geldt met ingang van 1 oktober 2022 een wettelijk verbod op het onttrekken van laagcalorisch gas aan het gastransportnet van Gasunie Transport Services (GTS). Om aan dit verbod te kunnen voldoen, moeten deze afnemers door GTS worden omgeschakeld naar hoogcalorisch gas. Dit is een wettelijke taak van GTS.

De werkzaamheden die GTS moet verrichten, verschillen per afnemer. Het betreft in de meeste gevallen de aanleg van een geheel nieuwe maatwerkaansluiting op het hoogcalorisch gastransportnet. Voor een aantal afnemers geldt dat het hoogcalorische gastransportnet zich op veel grotere afstand van de afnemers bevindt dan het laagcalorische gastransportnet. Voor deze afnemers vormt de aanleg van een nieuwe aansluiting een complex project. De voortgang van deze projecten wordt bepaald door de doorlooptijd van de verschillende projectonderdelen, waaronder het technisch ontwerp, het vaststellen van een veilig tracé voor de aanleg van nieuwe leidingen, het verkrijgen van rechten van grondeigenaren, gemeentelijke vergunningentrajecten en besteltermijnen.

De eerste afnemer is reeds in de zomer van 2021 door GTS omgeschakeld. GTS geeft aan dat de volgende drie afnemers in de loop van dit gasjaar, vóór 1 oktober 2022, worden omgeschakeld. Zoals mijn voorganger aan uw Kamer heeft bericht, is bij de overige vijf afnemers sprake van vertraging (Kamerstuk 33 529, nrs. 848, 873 en 902). De oorzaak van deze vertraging verschilt per afnemer, maar is ingegeven door de projectonderdelen waarop, door uiteenlopende omstandigheden zoals hiervoor genoemd, vertraging is ontstaan. GTS heeft in haar adviezen aangegeven dat de omschakeling van deze afnemers na 1 oktober 2022 geen gevolgen heeft voor de sluiting van het Groningenveld. Het kabinet houdt de voortgang van deze omschakeling voortdurend in de gaten. GTS heeft mij verzekerd dat zij alles op alles zet om de resterende werkzaamheden zo spoedig mogelijk uit te voeren.

De vertraagde afnemers kunnen de Minister voor Klimaat en Energie verzoeken om een tijdelijke ontheffing van het verbod op laagcalorisch gas. Deze ontheffingsverzoeken zullen dan, conform de wettelijke criteria, worden beoordeeld. Aan een ontheffing kunnen ook voorwaarden worden verbonden, zoals een maximum afnamevolume. Voor de afnemers die de vertraging niet is aan te rekenen, omdat zij afhankelijk zijn van GTS, zullen ontheffingen noodzakelijk zijn. In een aantal gevallen zijn deze ontheffingen ook in het belang van de leveringszekerheid voor elektriciteit en warmte. De eerste drie ontheffingsverzoeken zijn ontvangen. Op deze verzoeken zal dit voorjaar worden besloten. Eventuele volgende verzoeken zullen in de loop van dit jaar, vóór 1 oktober 2022, worden afgehandeld.

Gasvoorraad

In het debat is gevraagd hoeveel gas er achter blijft in de grond en wat de waarde hiervan naar de huidige prijzen is. Voordat ik hierop in ga, hecht ik eraan te benadrukken dat de gasprijs geen rol speelt bij het bepalen van het volume dat gewonnen wordt. In de Kamerbrief over het Akkoord op Hoofdlijnen is aangegeven dat er circa 450 miljard m3 Groningengas in de grond blijft (Kamerstuk 33 529, nr. 493). Het is niet mogelijk om een betrouwbare schatting van de waarde van deze voorraad te maken, omdat de waarde wordt bepaald door het moment van het verbruik. Groningengas is laagcalorisch gas dat slechts gebruikt kan worden in Nederland en delen van België, Frankrijk en Duitsland. In het buitenland wordt momenteel omgebouwd van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch gas, waardoor in die landen op afzienbare termijn geen Groningengas meer verkocht kan worden. De markt voor laagcalorisch gas blijft dan beperkt tot Nederland en die markt is beperkt tot circa 20 miljard m3 per jaar en ook voor deze markt is de verwachting dat de vraag vanwege verduurzaming zal dalen. Hierdoor duurt het minstens 20 jaar voordat bovengenoemde hoeveelheid Groningengas verkocht kan worden. Het is niet bekend hoe de prijzen zich de komende 20 jaar gaan ontwikkelen. Ik kan daarom geen onderbouwde schatting maken van de waarde van het gas in het Groningenveld. In het debat heb ik aangegeven dat de waarde bij de toenmalige gasprijs ongeveer 400 miljard euro is. De afgelopen weken hebben aangetoond dat dergelijke berekeningen tegen actuele prijzen vrijwel direct achterhaald zijn. Het waarderen tegen actuele prijzen levert, vanwege bovengenoemde redenen, een fictieve waarde op. Bovendien speelt de gasprijs zoals gezegd voor het kabinet geen rol bij het vaststellen van het te winnen volume.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven