33 529 Gaswinning

Nr. 925 MOTIE VAN HET LID BROMET C.S.

Voorgesteld 15 december 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bescherming van het leefmilieu in en via verschillende mensenrechtenverdragen is geborgd en de VN-Mensenrechtenraad op 8 oktober het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu heeft erkend als apart mensenrecht;

overwegende dat dreiging van schending van mensenrechten een doorslaggevende rol speelde in de Urgenda-klimaatzaak en de Shell-klimaatzaak;

overwegende dat mensenrechten niet zijn meegenomen in de juridische adviezen van de landsadvocaat;

overwegende dat UNESCO heeft aangekondigd dat schade door gasboringen onverenigbaar is met de werelderfgoedstatus;

verzoekt de regering te onderzoeken of de voorgenomen vergunning in lijn is met het Urgenda-arrest, de jurisprudentie in milieuzaken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en uitleg van door Nederland erkende mensenrechten als leven, gezondheid en water, en de Kamer hier voor 15 januari over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bromet

Kröger

Beckerman

Nijboer

Naar boven