Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 augustus 2021
In het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 1 juli 2021 heb ik toegezegd de Tweede
Kamer te informeren over de mogelijkheid om koolstoffilters toe te passen bij gaswinning
rond natuurgebieden.
Bij activiteiten in of bij natuurgebieden moet worden vastgesteld of deze activiteiten
kunnen leiden tot significant nadelige effecten voor deze gebieden. Deze schadelijke
effecten kunnen worden gemitigeerd door het toepassen van specifieke technieken. Een
van deze technieken is het toepassen van een actief koolstoffilter om de emissie van
schadelijke stoffen te beperken of elimineren.
Het toepassen van deze technieken heeft vaak ook weer andere nadelige milieueffecten
dan het positieve effect dat wordt bereikt. Zo moet een actief koolstoffilter regelmatig
worden onderhouden en gereinigd en de afgevangen afvalstoffen moet worden afgevoerd
en op land worden verwerkt. Dit leidt tot meer vervoersbewegingen, de verwerking kost
energie en het vrijgekomen afval moet worden opgeslagen. Voor de afweging voor toepassing
wordt daarom een balans opgemaakt van alle positieve en negatieve effecten, waarbij
uiteraard aan sommige effecten een zwaarder gewicht kan worden toegekend. Het is daarom
niet zo dat de toepassing van koolstoffilters bij gaswinning rond natuurgebieden per
definitie beter is voor het milieu. Indien toepassing beter is voor het milieu kan
dit ook worden voorgeschreven in de vergunning.
In het geval van het gaswinningsproject N05 is in het milieueffectrapport (MER) de
afweging gemaakt wat de effecten zijn van de toe te passen beschikbare technieken
op de emissie van schadelijke stoffen in het te lozen productiewater. In de productiefase
wordt productiewater geloosd, dit bestaat uit condensatiewater uit het gas en formatiewater
afkomstig uit het reservoir. Door toepassing van een olie/waterscheider wordt het
productiewater voldoende ontdaan van schadelijke stoffen om geen significant nadelige
effecten op het milieu te veroorzaken. Daarom is in eerste instantie niet gekozen
om daarnaast ook nog een actief koolstoffilter toe te passen.
Op 3 juli 2021 heeft ONE Dyas mij per brief geïnformeerd dat zij naar aanleiding van
de ingekomen inspraakreacties heeft besloten de aanvraag aan te passen.
ONE-Dyas heeft de inspraakreacties gelezen en het gewicht dat men hierin toekent aan
het negatieve effect van lozing van boorspoeling op waterbasis met boorgruis in de
nabijheid van het oesterherstelproject ter harte genomen. Daarom is ONE-Dyas bereid
het boorgruis en de boorspoeling op waterbasis af te voeren naar land en niet te lozen
op zee.
Daarnaast geeft ONE Dyas aan om in het detail-ontwerp van het platform een optimalisatieslag
maken en zorg te dragen dat de concentraties in het te lozen productiewater nog verder
omlaag gaan. Dit laatste kan in ieder geval worden bereikt door de plaatsing van een
actief koolstoffilter in combinatie met de olie/waterscheider, maar mogelijk zijn
er ook andere geschikte technieken voorhanden.
ONE Dyas heeft de intentie om als er een geschikt reservoir beschikbaar is, het productiewater
te herinjecteren in plaats van te lozen. In de ontwerpvergunning is hiervoor reeds
een onderzoeksverplichting opgenomen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok