Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2021
Op 17 mei jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de wijzigingen die het Instituut Mijnbouwschade
Groningen (IMG) heeft aangekondigd in de werkwijze voor de afhandeling van fysieke
schade (Kamerstuk 33 529, nr. 869). Voor de maatwerkafhandeling van fysieke schade heeft het IMG besloten het beoordelingskader
voor toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden te actualiseren en verfijnen. Tijdens
het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen op 1 juli jl. heb ik hierover met uw Kamer gesproken.
Zorgen t.a.v. ruimhartigheid en het wettelijk bewijsvermoeden
Naar aanleiding van deze wijzigingen uitte het lid Agnes Mulder (CDA), Beckerman (SP)
en Nijboer (PvdA) hun zorgen over de toepassing van het bewijsvermoeden door het IMG.
Het lid Agnes Mulder (CDA) verwees hierbij naar het aangenomen amendement bij de wetsbehandeling
van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) van het lid Sienot (Kamerstuk 35 250, nr. 15) waarin wordt benadrukt dat een ruimhartige schadeafhandeling het uitgangspunt moet
zijn.
De door uw Kamer geuite zorgen heb ik inmiddels overgebracht aan het IMG1. Het IMG heeft per brief gereageerd op uw zorgen2. Graag verwijs ik u naar de inhoud van de brief. Hierin meldt het IMG ook dat de
onderzoekers van Deltares zijn gevraagd advies uit te brengen over indirecte schade
door diepe bodemdaling. Dit advies is in september gereed. Het IMG geeft in de brief
aan graag bereid te zijn dit zelf aan uw Kamer toe te lichten en nodigt u uit voor
een werkbezoek aan het IMG. Gezien de onafhankelijke positie van het IMG, vind ik
het IMG ook de aangewezen partij om uw Kamer te infomeren over de wijzigingen in de
werkwijze voor de afhandeling van fysieke schade.
Onafhankelijke positie IMG
Ik heb in de Kamerbrief van 17 mei jl. en tijdens het debat benadrukt dat het IMG
de wettelijke taak heeft om binnen de grenzen van zijn bevoegdheid op onafhankelijke
wijze aanvragen tot schadevergoeding af te handelen. Dit betekent dat het IMG onafhankelijk
opereert van het kabinet, de decentrale overheden, de NAM en andere partijen. Bij
het opstellen en het behandelen van de Tijdelijke wet Groningen werd hier door alle
betrokken partijen veel belang aan gehecht. Het IMG beslist dus binnen het wettelijke
kader ook zelf over de vormgeving van de werkwijzen. Naar mijn oordeel passen de recente
wijzigingen binnen de beoordelingsruimte die het IMG heeft bij de toepassing van het
civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht (waaronder het wettelijk bewijsvermoeden)
op grond van de TwG. Ik hecht er in dit verband aan om te benadrukken dat ruimhartigheid
deel uitmaakt van het wettelijk kader.
Het IMG heeft ingevolge artikel 10, tweede lid, TwG een ruimhartige schadeafhandeling
als uitgangspunt. Dit vindt zijn basis in het Besluit mijnbouwschade Groningen. Met
dat besluit en het bijbehorend schadeprotocol werd voorzien in een rechtvaardige en
onafhankelijke schadeafhandeling waarbij er oog is voor de menselijke maat. Het IMG
geeft in de brief aan dat het effectgebied dat het IMG hanteert, nog steeds zeer ruim
afgebakend is. Hierbij wordt namelijk uitgegaan van een gebied waar de kans op schade
1 op 10.000 is. Dit omvat ook het noorden van Drenthe en het oosten van Friesland.
Ik zal uw Kamer dit najaar informeren over hoe het IMG besluit om te gaan met de nog
openstaande meldingen naar aanleiding van het laatste onderzoek van Deltares naar
indirecte schade door diepe bodemdaling.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok