33 529 Gaswinning Groningen-veld

Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2014

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij verzocht om een brief over de aardbeving onder Ten Boer op 30 september. Hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.

De aardbeving onder Ten Boer van 30 september jl. had een sterkte van 2,8 op de schaal van Richter. In het verleden zijn vaker bevingen van deze sterkte in het Groningen gasveld opgetreden. Deze waren echter alle gelegen rond Loppersum, in het centrale deel van het veld. In het deel van het veld onder Ten Boer zijn sinds augustus 1997 12 bevingen met een sterkte van 1,5 op de schaal van Richter of groter opgetreden. De sterkste beving vóór het optreden van de recente beving was een beving van 2,6 op de schaal van Richter bij Harkstede op 17 februari 2007.

Het epicentrum van de beving van 30 september jl. ligt ongeveer 1,5 kilometer ten westen van Ten Boer, ongeveer 3,5 kilometer ten noorden van het productiecluster Eemskanaal en ongeveer 2 kilometer ten noordoosten van de buiten gebruik gestelde «Ten Boer»-putten. Het epicentrum ligt buiten het centrale gebied waar na het kabinetsbesluit van 17 januari jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 28) productieaanpassing heeft plaatsgevonden. De productie uit het dichtstbijzijnde productiecluster Eemskanaal is op dit moment iets lager dan de (hoge) productie in dezelfde periode in 2013 (15% lager), maar 35% hoger dan de productie in dezelfde periode in 2012.

Naar aanleiding van de beving zijn er tot 8 oktober circa 1.300 schademeldingen binnengekomen, waarvan er circa 550 gerelateerd kunnen worden aan de aardbeving bij Ten Boer. Deze schades vallen waarschijnlijk grotendeels in de lichtere categorie (scheuren in buitenmuren, binnenmuren en tegelwerk), die snel aangepakt kunnen worden. Feitelijke inspecties zullen dit beeld nader moeten invullen. De huidige ervaring van NAM is dat voor deze lichte schades binnen 3 à 4 maanden een definitieve overeenkomst over schadeherstel wordt bereikt met de eigenaar. Het aanpakken van mogelijke meer complexe schades (waaronder bijvoorbeeld schades met ook andere bouwkundige oorzaken dan de beving) kunnen langer duren, omdat daar meer onderzoek naar oorzaak en herstelmethodiek nodig zullen zijn.

Elke schademelding is uniek en daarom maatwerk, waarbij het de taak is van NAM om met de eigenaar naar een passende oplossing te zoeken.

Er zijn naar aanleiding van de beving bij Ten Boer geen veiligheidsissues gemeld en geconstateerd. NAM heeft inmiddels met de eerste bewoners contact gehad en afspraken gemaakt voor een bezoek van een schade-expert. NAM heeft aangegeven dat de komende dagen en weken de afhandelingscapaciteit ten behoeve van contact met bewoners en bezoek van experts verder zal worden uitgebreid.

In het gebied rond Ten Boer staan circa 100 panden bij NAM geregistreerd met grotere schades. Dit betreft meestal boerderijen, kerken en huizen met meer bijgebouwen, vaak in combinatie met een al aanwezig bouwkundig gebrek. Na de aardbeving van 30 september is wat betreft deze panden een aantal aanvullende schades gemeld. Daarnaast is een aantal meldingen ontvangen met betrekking tot de zogeheten «Jarino»-woningen in Bedum en Ten Boer. Dit zijn schades van de lichtere categorie die gerelateerd zijn aan het bouwkundig gebrek van deze woningen.

Ik zie erop toe dat NAM de schademeldingen voortvarend oppakt en de schade die bewoners ten gevolge van de aardbeving hebben geleden zo spoedig mogelijk wordt hersteld.

Naast informatie over de aardbeving van 30 september heeft de vaste commissie voor Economische Zaken mij ook gevraagd om in te gaan op de visie van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). SodM heeft advies uitgebracht over de gaswinning in Groningen, waarop ik in mijn brief van 17 januari jl. uitgebreid ben ingegaan (Kamerstuk 33 529, nr. 28). Nadien heeft SodM geen formeel advies of een visie uitgebracht.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven