33 529 Gaswinning

Nr. 638 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2019

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over enkele onderwerpen met betrekking tot de aanpak van bovengrondse gevolgen van de gaswinning in Groningen. Hiermee geef ik invulling aan enkele toezeggingen die ik uw Kamer heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg Mijnbouw/Groningen van 22 mei jl. en aan een verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat om een reactie van een artikel van Dagblad van het Noorden over versterking.

Reacties op advies van de adviescommissie waardedaling

Het lid Yeşilgöz-Zegerius (VVD) heeft in het AO van 22 mei verzocht om een schriftelijke reactie op standpunten die zijn ingenomen over het advies van de adviescommissie waardedaling, dat ik uw Kamer met mijn appreciatie heb toegezonden (Kamerstuk 33 529, nr. 608). Ik heb in reactie op het advies brieven ontvangen van de provincie, betrokken gemeenten en van de Groninger Bodembeweging (GBB). Daarnaast is in het Dagblad van het Noorden een opinieartikel verschenen van de heer de Kam over de gekozen methode voor berekening van de waardedaling.

De regionale overheden spreken hun waardering uit voor het werk van de adviescommissie en onderschrijven de keuze voor de methode van Atlas voor Gemeenten. Een belangrijk vraagpunt van de overheden en GBB betreft maatwerk en uitzonderingsgevallen. Dit wordt voor een deel ondervangen door ophoging van het berekende percentage om het risico op te lage compensatie te verkleinen. Dit laat onverlet dat er altijd sprake zal zijn van uitzonderingsgevallen die maatwerk behoeven. De adviescommissie heeft een aantal aanbevelingen gedaan over hoe hiermee om te gaan. Daartoe behoort in ieder geval maatwerk voor de agrarische sector. Ik laat daarnaast onderzoeken in hoeverre rekening kan worden gehouden met huizen die in de versterkingsoperatie zitten bij de actualisatie van de methode. Ook bevat het advies bruikbare handvatten voor de omgang met uitzonderingsgevallen, zoals het beschouwen van de uitkomst als een voorgenomen besluit waartegen een zienswijze kan worden ingediend. Voor alle aanbevelingen geldt dat het op te richten Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) deze kan gebruiken bij vaststelling van zijn werkwijze voor waardedaling.

De provincie en gemeenten vragen om meer inzicht in het gebruik van referentiewoningen. Ik zal Atlas voor Gemeenten vragen om hier in de geactualiseerde methode aandacht aan te besteden zodat voor gedupeerden duidelijk is wat het gebruik van referentiewoningen inhoudt. Dit verhoogt transparantie en draagt bij aan draagvlak. De kanttekeningen van de heer G. de Kam bij het gebruik van referentiewoningen zal ik onder de aandacht van de adviescommissie brengen, zodat zij deze kan betrekken bij het advies dat zij rond de zomer uitbrengt over de geactualiseerde methode van Atlas voor Gemeenten.

Een ander aandachtspunt van de regionale overheden en GBB is het gebruik van de WOZ-waarde als grondslag. In haar advies noemt de adviescommissie twee maatregelen om mogelijke onbetrouwbaarheid van de WOZ te ondervangen. In de eerste plaats is gekozen voor de peildatum van 1 januari 2019; dit betekent dat bewoners nog in beroep kunnen gaan tegen de WOZ-waarde. In de tweede plaats adviseert de adviescommissie een analyse te laten uitvoeren op de betrouwbaarheid van de WOZ-waardes in het aardbevingsgebied. Op basis van deze analyse zou een (generieke) correctie van de WOZ plaats kunnen vinden.

Ik neem deze aanbeveling van de adviescommissie over. Deze analyse is in de zomer gereed.

Het loket Waardedaling gaat dit najaar open, zodat iedereen zich kan aanmelden voor een compensatie voor waardedaling. De Commissie die deze vergoedingen gaat doen, wordt na de zomer benoemd, zodat zij al kan starten met het ontwikkelen van de werkwijze. Op dit moment tref ik de nodige voorbereidingen om uitvoering van de vergoeding van waardedaling van woningen door het IMG mogelijk te maken in het voorjaar van 2020.

Reactie op Dagblad van het Noorden over vertraging versterking

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft mij verzocht om te reageren op het bericht van Dagblad van het Noorden «Weer vier maanden vertraging bij versterking in Groningse aardbevingsgebied» van 16 mei 2019. In dit bericht wordt ingegaan op de strekking van een brief die bestuurders van de bevingsgemeenten en de provincie aan het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) hebben gestuurd. Deze brief is opgesteld naar aanleiding van een informatieverzoek van het SodM over de voortgang van de versterkingsoperatie. De resultaten hiervan worden halverwege juni verwacht.

In het nieuwsartikel wordt gesteld dat er te weinig tempo wordt gemaakt in de versterkingsoperatie. De zware aardbeving in Westerwijtwerd van 22 mei jl. benadrukt de urgentie om de versterkingsoperatie te versnellen. De roep om versnelling heb ik uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg Mijnbouw van 22 mei en de bewoners en regionale bestuurders tijdens mijn werkbezoek op 23 mei ook horen uiten. Hier wil ik mij samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie hard voor maken en zullen wij ons ten volle voor inzetten. Al op 11 maart is met de regio afgesproken dat het tempo van de versterkingsaanpak omhoog moet. Zodoende is gezamenlijk afgesproken om opdracht te geven aan een onafhankelijke externe partij de actuele en verwachte beoordelingscapaciteit en -productiviteit te onderzoeken. Zoals bekend, gaat de NAM uit het systeem, met uitzondering van de financiering.

Bij de start van de aansturing heeft NCG de werkprocessen van het CVW in kaart kunnen brengen. Bovendien is bekeken hoeveel opnames en beoordelingen de afgelopen periode precies zijn uitgevoerd. Nu al is duidelijk dat het tempo van het CVW lager blijft dan op basis van afspraken met NAM mocht worden verwacht en dat afspraken niet zijn nagekomen.

Met de motie-Van der Lee c.s.1heeft uw Kamer verzocht om een indicator te ontwikkelen waardoor controle op de voortgang van de versterkingsaanpak mogelijk wordt. In bijlage 1 bij deze brief is een overzicht opgenomen van de activiteiten ten aanzien van schade-afhandeling en versterking in de afgelopen periode2. Gelet op het voorgaande zijn de indicatieve cijfers ten aanzien van versterken met grote onzekerheid omgeven, maar geven wel een eerste beeld van de voortgang. Zoals ook vermeld in de Kamerbrief over de versnelling van schadeafhandeling, versterkingsoperatie en afbouw gaswinning Groningen komt er een meerjarenplanning en een «dashboard» met regelmatige updates.

Daarnaast worden tijdens het Bestuurlijk Overleg van 5 juni a.s. onder andere afspraken gemaakt over hoe de capaciteit kan worden verhoogd en de aanpak kan worden versneld om alsnog te voldoen aan de ambities die de regio, de Minister van BZK en ik hebben geformuleerd voor opnemen en beoordelen van de mogelijk te versterken huizen in 2019 en 2020. Hiervoor zullen we voortvarende maatregelen nemen om de versterkingsoperatie te versnellen. In eerder genoemde Kamerbrief informeer ik u ook over de maatregelen die het kabinet samen met de regio neemt om de aanpak van de schade-afhandeling, de versterking en de afbouw van de gaswinning verder te versnellen. Na bespreking van de resultaten met de regio zal ik uw Kamer informeren over de voortgang.

Uitsplitsing kosten schade-uitkeringen en proces

Voorheen, toen schadeafhandeling in het private domein plaatsvond door NAM en CVW, werden gemaakte kosten voor schadevergoedingen en proceskosten voor uw Kamer inzichtelijk gemaakt via de kwartaalrapportages van de NCG. Het lid Nijboer (PvdA) heeft in het AO van 22 mei gevraagd om ditzelfde inzicht voor de publieke schadeafhandeling door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG). Deze is met ingang van 2018 onderdeel geworden van de reguliere financiële verantwoording over de overheidsuitgaven. Deze cijfers zijn te vinden onder beleidsartikel 5 van het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van EZK (Kamerstuk 35 200 XIII, nr. 4).

Bouwdepot

In het AO van 22 mei heb ik toegezegd uw Kamer schriftelijk te informeren of er ontwikkelingen zijn wat betreft de inzet van een bouwdepot voor de batch «1.588».

In het convenant 1588 (bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 587) is afgesproken dat gemeenten er voor kunnen kiezen om particuliere eigenaren gebruik te laten maken van een bouwdepot. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden in hoeverre hiervan gebruik wordt gemaakt.

Perspectief op structuur schade en versterken

Het lid Van der Lee (GL) heeft in het AO van 22 mei verzocht om inzicht in de structuur van de aanpak van schade en versterken, ook na verankering daarvan in wetgeving. Het gevraagde eindbeeld gaat als bijlage bij deze brief.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 33 529, nr. 557

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven