33 529 Gaswinning

Nr. 529 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2018

Tijdens het dertigledendebat van 14 november 2017 over een nieuwe gasvondst boven Schiermonnikoog heeft uw Kamer aandacht gevraagd voor het onderwerp methaanemissie bij gaswinning (Handelingen II 2017/18, nr. 21, item 20). Met deze brief stuur ik u de informatie toe die ik tijdens dit debat heb toegezegd. Ook ga ik in op de schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (PvdD) van 7 augustus 2018 over hetzelfde onderwerp (bijlage 1 (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 250)).

Methaanemissies gerelateerd aan olie- en gaswinning vormen volgens recente onderzoeken (bijlage 2)1 wereldwijd een probleem of gaan mogelijk een probleem vormen. De Nederlandse situatie wordt in deze onderzoeken als relatief goed beoordeeld. Desondanks blijft het ook voor Nederland van belang de methaanemissies nauwlettend in de gaten te houden en te bezien waar nog verbeteringen mogelijk zijn.

In deze brief ga ik voor de Nederlandse situatie in op de onderwerpen 1) berekenen versus meten van methaanemissies, 2) mogelijk lekken van verlaten boorputten en 3) het handelingsperspectief. Conform mijn toezegging aan uw Kamer tijdens het dertigledendebat van 14 november 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 21, item 20) stuur ik het NOGEPA-document met de stand van zaken mee (bijlage 3)2.

Berekenen versus meten van methaanemissie

Veranderingen in de atmosferische concentraties van methaan kunnen op mondiale schaal nauwkeurig worden gemeten. Om methaanverandering nationaal in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden, die grofweg onder te verdelen zijn in top-down en bottom-up methoden. Bij top-down methoden wordt gebruik gemaakt van satelliet- en luchtmetingen. Deze metingen worden gecombineerd met berekeningen. Bij bottom-up methoden wordt de uitstoot van methaan berekend per activiteit of per sector (landbouw, afval, industrie, olie- en gas).

De resultaten van beide methoden kunnen per land of gebied met elkaar worden vergeleken en zijn daarmee complementair. Het verschil tussen de twee methoden is het grootst, daar waar sprake is van natuurlijke uitstoot van methaan. Deze natuurlijke uitstoot beïnvloedt de gemeten waarden, die daardoor hoger zijn.

Toepassing in Nederland

De Nederlandse methaanemissieregistratie maakt gebruik van de bottom-up methodiek. Daarbij wordt naast de berekeningen zoveel mogelijk gebruik gemaakt van aanvullende metingen en waar dat niet kan, worden schattingen gebruikt.

Volgens het European Pollutant Release Transfer Register (PRTR) zijn bepaalde bedrijven verplicht jaarlijks hun emissies te rapporteren. Dit verslag dient als basis voor de diverse rapportageverplichtingen (rapportage verzurende emissies, de uitstoot broeikasgassen, de UN Climate change rapportage en diverse EU-rapportages). De mijnbouwondernemingen vallen niet onder deze verordening. Daarom is in 2012 tussen NOGEPA en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een convenant Milieujaarverslaggeving afgesloten. Op basis hiervan dient iedere mijnbouwonderneming jaarlijks voor 1 april een elektronisch milieujaarverslag (e-MJV) in. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ziet hierop toe.

Ontwikkeling meetmethoden

De ontwikkeling van meetmethoden gaat momenteel relatief snel. Het is sinds een aantal jaren mogelijk om meetapparatuur voor de nauwkeurige bepaling van methaanconcentraties te plaatsen in een meetwagen, op een schip of in een vliegtuig. Dit kan in combinatie met al langer bestaande methoden op locatie worden toegepast. Al deze methoden worden in Nederland gebruikt. Met deze ontwikkeling komen gaandeweg meer en andere meetgegevens beschikbaar om de berekeningen mee te kalibreren, valideren of verfijnen. Dit zijn positieve ontwikkelingen.

Omgang met meetgegevens

De aangehaalde studies laten adequaat de toenemende waarde van meetgegevens zien voor controle op de methaanemissies. Momenteel zijn de gegevens, die mijnbouwondernemingen via het e-MJV rapporteren, niet publiek toegankelijk. Ik vind het met het oog op transparantie van belang dat deze gegevens openbaar worden. NOGEPA heeft aangekondigd de milieugegevens op haar website te gaan publiceren. NOGEPA is in overleg met SodM om de wijze van publicatie van milieugegevens af te stemmen. Ik zal er op toe zien dat dit zo snel mogelijk vorm krijgt.

Mogelijk lekken van verlaten putten

Diverse publicaties laten zien dat methaanlekkages uit verlaten putten een mondiaal probleem is. SodM en anderen bekijken actief in hoeverre dit speelt in Nederland zoals blijkt uit de aangehaalde publicaties (bijlage 2)3. De bevindingen geven aan dat de huidige situatie in Nederland niet verontrustend is. Toch blijft het van belang om dit ook in de toekomst goed te blijven monitoren en SodM besteedt daarom onverminderd aandacht aan dit onderwerp.

Handelingsperspectief

Ondanks dat Nederland het mondiaal gezien goed doet in het minimaliseren van methaanemissies, blijft voor mij het verder terugdringen van methaanemissies een belangrijk doel. Voor het verder terugdringen van methaanemissies die zijn gerelateerd aan de olie- en gaswinning op het Nederlandse deel van de Noordzee, wordt nu gekeken naar de huidige praktijk van het offshore afblazen in plaats van affakkelen van aardgas. Vanuit het oogpunt van klimaat verdient het laatste de voorkeur. Ik zal met de toezichthouder, vogelbeschermingsorganisaties, NOGEPA en andere belanghebbenden in overleg treden voor een heroverweging, waarbij mijn inzet zal zijn het afblazen van gas te minimaliseren.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven