33 529 Gaswinning

Nr. 377 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

Naar aanleiding van de Kamervragen, die door lid Dik-Faber (ChristenUnie) zijn gesteld over het onterecht afwijzen van bevingsschades rond Emmen (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2270), wil ik uw Kamer graag wat breder informeren over de gang van zaken rondom de schades aan huizen in Emmen mogelijk als gevolg van geïnduceerde bevingen. Dit geeft mede invulling aan het verzoek van lid Grashoff om een brief over de review van de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) van de bevingsschades rond Emmen, dat is gedaan in het ordedebat van 11 mei jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 74, item 7).

Review Tcbb

Op 30 september 2015 trad bij Emmen een door gaswinning geïnduceerde aardbeving op met een magnitude van 2,3 op de schaal van Richter. Deze aardbeving heeft geleid tot 118 schademeldingen bij de NAM, waarvan er 7 weer zijn ingetrokken. De resterende 111 schademeldingen zijn in opdracht van de NAM onderzocht door Witteveen+Bos met als vraag of er door deze aardbeving schade is veroorzaakt.

De conclusie van Witteveen+Bos is dat de aardbeving van 30 september 2015 geen schade heeft veroorzaakt. Naar aanleiding van de onrust, die bovengenoemd rapport in de regio te weeg bracht, heb ik aan uw Kamer toegezegd het rapport van Witteveen+Bos voor een review voor te leggen aan de Tcbb. Ik heb dit verzoek op 9 december 2016 bij de Tcbb neergelegd.

Op 14 februari jl. heb ik de review van de Tcbb ontvangen (bijlage 1)1. Vervolgens heeft Tcbb op 30 maart jl. een symposium georganiseerd voor de betrokken organisaties. De Tcbb stelt in de review dat de diepe en de ondiepe ondergrond in Emmen en omgeving in geologisch opzicht afwijken van situaties in Groningen, hetgeen invloed heeft op de veroorzaakte bodembewegingen. Verder is er volgens de Tcbb ook sprake van grote variaties in de eigenschappen van de ondergrond waardoor de bodembewegingen lokaal sterk kunnen variëren. Dit hebben eerdere aardbevingen in Emmen en omgeving laten zien. Voor het ontstaan van schade kan dat ongunstiger zijn in vergelijking met de situatie in Groningen.

In de review wordt vastgesteld dat de eindconclusie van Witteveen+Bos onvoldoende is onderbouwd en mogelijk in een aantal individuele gevallen niet juist is. De Tcbb geeft aan dat vervolgacties nodig zijn om de schadeclaims naar behoren af te handelen, waarbij aanvullend nog nadere onderzoeken nodig zijn door schade-experts op de verschillende schadelocaties. Rekening houdend met de specifieke omstandigheden bij de individuele woningen, kunnen de schade-experts bepalen welke schades redelijkerwijs door de aardbeving zijn veroorzaakt en wat de kosten van het herstel van die schades zijn. Het resultaat moet volgens de Tcbb vastgelegd worden in een expertiserapport per woning. Deze activiteiten zouden volgens de Tcbb als vervolgonderzoek kunnen worden opgedragen aan Witteveen+Bos of aan één of meer andere adviesbureaus.

Naar aanleiding van het door de Tcbb georganiseerde symposium heeft Witteveen+Bos een reactie gegeven op de review van de Tcbb op hun rapport (bijlage 2)2. In deze reactie wordt aangegeven dat het ingenieursbureau zich niet kan vinden in een aantal observaties. Er wordt met name benadrukt dat voor de schadeclaims in Emmen de schades al gedetailleerd zijn onderzocht, in kaart zijn gebracht en zijn beoordeeld. Hierbij is rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van elke woning en de specifieke omgevingskenmerken. Witteveen+Bos stelt dat het onderzoek dat is uitgevoerd in niets afwijkt van het voorstel tot vervolgacties door de Tcbb. Witteveen+Bos heeft alleen in aanvulling hierop een reikwijdte studie gedaan en een data-analyse uitgevoerd ter validatie. Per woning zijn specifieke expertise rapportages opgesteld en aangeleverd.

De reactie van Witteveen+Bos heb ik medio april 2017 aan de Tcbb voorgelegd met de specifieke vraag of dit nog aanleiding geeft om haar review aan te passen. De Tcbb heeft vervolgens laten weten geen aanleiding te zien om haar review aan te passen.

Vervolg

Om er voor te zorgen dat het schadeproces niet in een impasse geraakt, heb ik NAM verzocht om samen met mij te bekijken op welke wijze een passende invulling gegeven kan worden aan de aanbevelingen van de Tcbb met betrekking tot de schades in Emmen. Daarnaast biedt ook de Mijnbouwwet in dit soort situaties aan de gedupeerde de mogelijkheid om de Tcbb in te schakelen voor een «second opinion». Dit kan alleen als de schade eerst bij de NAM is gemeld en de gedupeerde het niet eens is met de conclusies van NAM over de oorzaak van de schade of de hoogte van de schade. De Tcbb bestaat uit experts, die opnieuw de schadeclaim bekijken en op basis daarvan de mogelijke oorzaak en indien nodig de hoogte van het schadebedrag in kaart brengen. Uiteraard staat het een gedupeerde ook vrij om zijn zaak voor te leggen aan de rechter.

Ik zal de komende maanden samen met de Tcbb bekijken hoe vorm gegeven kan worden aan een verbeterd protocol voor schadeafhandeling, dat als richtlijn kan dienen voor de partijen, die de schade mogelijk veroorzaakt hebben. Het is van belang dat er helderheid komt voor de gedupeerden over de schadebeoordeling.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven